Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Kippenvelmoment 1: Uw verslaggever neemt keurig plaats in het genummerde zitje van een overdonderend Brugs Concertgebouw. We beseffen nu pas ten volle dat we zo meteen een heel grote meneer gaan zien, een held van vroeger, die echter tot vandaag een grootmeester is gebleven in het vertolken van opwindende en intelligente popmuziek. Een legende, quoi.
Het optreden in Brugge is het voorlaatste van zijn Europese 'My Life
Backwards - tour' met zijn begeleidingsband en het Tosca Strings
Ensemble.
Toen bekend geraakte dat Byrne zich op zijn nieuwe plaat waagde aan
opera, toverde dat gefrons op tal van voorhoofden. Maar u heeft
ondertussen natuurlijk ook allang opgevangen dat 'Grown Backwards' een
sterke plaat is en dat elke scepsis totaal ongegrond was. Ons gemoed
schoot in elk geval vol toen Byrne aantrad en een kristalheldere versie
van Bizets 'Au Fond du Temple Saint' zong. Niet dat we het origineel
meteen kunnen aanwijzen in onze platenkast, maar soit, u raadt
het: kippenvelmoment 2.
Meteen daarna zijn we opgehouden met tellen, want wat van daar af volgde
hebben we maar zelden op een podium mogen meemaken. Toen 'I Zimbra'
ingezet werd waren we nog voorzichtig extatisch, maar Byrne zou wel
degelijk de hele avond uit zijn omvangrijke repertoire blijven
sprokkelen. Hij speelt dus wel nog degelijk Talking Heads-nummers, en
bovendien nog eens in versies die vrij dicht bij de originelen bleven.
Byrne beroerde spaarzaam zijn Telecaster en liet de strijkers en de
uitgebreide eenmanspercussie de muzikale lijnen uitzetten en overnemen.
Wat zat alles hier toch perfect op zijn plaats: 'Naive Melody' en het
knappe nieuwe 'Glass, Concrete and Stone' werden mooi op xylofoon
begeleid, terwijl 'Psycho Killer' (die slotakkoorden!) opgejaagd werd
door de altijd juist gedoseerde strijkers. Voor ons maakte het intussen
niet veel meer uit of hij oud of nieuw werk speelde: wij waren op een
feest terechtgekomen dat niet meer stuk te krijgen was.
Toen Byrne 'Road to Nowhere' inzette werd een eerste zitje verlaten. Het
zou niet lang duren of velen volgden, want dit soort aanstekelijke
volkskunst vroeg nu eenmaal niet om een passief zittend publiek.
Opvallend veel dertigers en veertigers onder het publiek aanwezig
overigens, maar met nostalgie had dit niets meer te maken. Byrne's
talent en klasse gutsten van het podium, ook al leek hij er zelf
nauwelijks erg in te hebben.
Naast die prachtige aparte stem is hij ook zijn gevoel voor theatraliteit nog niet kwijt: de funny walks zijn nog altijd een handelsmerk en zijn schuchtere bindteksten mochten er bij tijden ook wezen. Probeert ú maar eens zonder verpinken 'Un de Felici' aan te kondigen met "This song was originally written by an Italian songwriter called Verdi". Na dat rustpuntje ging het tot in de bisnummers alleen nog maar harder met 'Once in a Lifetime', 'Life During Wartime' en meer Latin-getinte nummers uit zijn solodebuut 'Rei Momo' en 'The Catherine Wheel'. Byrne sloot na twee staande ovaties af met een knap herwerkt en breed uitgesponnen 'Lazy'. Zelden zo'n oprecht dankbaar en voldaan publiek huiswaarts zien trekken.
Uw dienaar dacht die avond nog hard na over de vraag of we ooit al iets beters gezien hadden dan dit, en kon daar alleen maar 'nee' op antwoorden. Mochten we belerend willen zijn dan zeiden we: schaf u op zijn minst het verzameld werk van Talking Heads aan, maar onze overtuiging noodt ons ertoe u gewoon álles van David Byrne aan te raden. Wij zijn er alvast voor u aan begonnen.
http://www.kindamuzik.net/live/709/david-byrne-band-tosca-strings/5957/
Meer op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/709
Deel dit artikel: