Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Voor de vijftiende editie van het Berlijnse CTM (Club Transmediale) heeft de organisatie gekozen voor het thema 'Dis Continuity'. Doel is een programma te presenteren dat voluit op zoek gaat naar de (vaak verborgen) connecties tussen verleden en heden in muzikaal experiment. Dat doet het tiendaagse festival door een dialoog te faciliteren tussen de muzikale pioniers van weleer en een opkomende generatie van artiesten. Die rode lijnen liggen soms voor het oprapen, zijn dan weer meer diffuus of zelfs doorgesneden en lijken een enkele keer totaal afwezig. Als een paal boven enig water staat dat CTM hét festival is voor wie de muziek die KindaMuzik in de Marssectie presenteert - avontuur en experiment -, een warm hart toedraagt.
Tien dagen ben je meer dan zoet op CTM. Dat blijkt wel uit een gemiddelde dag op het festival. Die begin je in Kunstraum Bethanien. Daar kun je naar de fabelachtige expositie Generation Z: Renoise. Dat blijkt een duidelijk geval van met de neus in de boter. Immers, waar zie je in één voorbeeldig ingerichte tentoonstelling de baanbrekende experimenten op het gebied van noise-instrumenten naar synthesizers in de voormalige Sovjet-Unie überhaupt zo voor het voetlicht gebracht?
Andrei Smirnov schreef het al even schitterend verbazingwekkend standaardwerk Sound in Z en hij is ook een van de curatoren van deze expositie. Verder werkten diverse Russische musea en instituten mee. Zo kun je zelf noise-instrumenten laten schrapen en kletteren, zie je vroege noisefilms en de eerste stappen op het gebied van geluidfilm en manipulaties daarvan. Die ontwikkelingen leiden tot synthesizers en natuurlijk de ANS en theremin. De uitleg is helder en to the point, de apparaten zijn te zien (en belangrijker: te horen) en zo krijgt alvast één historisch gegeven uitgebreid handen en voeten.
Context, verdieping en Nederlandse pioniers
Ook het lezingenprogramma van CTM zorgt in de middaguren voor de nodige context en verdieping. Zo wordt je ingeleid in Oostblok- en Russische experimenten, presenteren voorhoedeinstellingen als EMS en Groupe de Recherches Musicales (GRM) zich en zijn er interviews met artiesten als Yasunao Tone, Phill Niblock [Foto rechts] en Stephen Thrower. Opmerkelijk is het op een festival als CTM bovendien niet als er ook een lezing gewijd blijkt aan de muzikale experimenten in Mexico.
Vroege Nederlandse experimenten krijgen zelfs een hele middag en vooravond in de HAU toegewezen. Onder de bezielende leiding van sonoloog Kees Tazelaar duikt CTM diep in de wereld van het Philips NatLab en de daaraan ontsproten studio's. Na een lezing door Tazelaar bedient hij de knoppen in een 'concertprogramma' in drie delen waarin stukken van Dick Raaijmakers, Jan Boerman, Ton de Leeuw en vele anderen de revue passeren. Je kijkt naar een leeg podium, maar het in concertante concentratie luisteren levert een indringende ervaring op.
De Nederlandse pioniers hadden zelfs commercieel succes, maar Tazelaar laat vooral hun 'serieuze' werk horen dat baanbrekend was en bij vlagen nog steeds zo klinkt. Onwillekeurig dringt de vraag zich op waar of door wie deze lijn heden ten dage wordt voortgezet. Natuurlijk: Edwin van der Heide, Mark Bain (waarover later meer), Justin Bennett, Esther Venrooy... Toch is het lastig voor te stellen dat de hedendaagse hausse aan succes voor Nederlandse EDM-makers rechtstreeks is terug te voeren op Raaijmakers, Dissevelt en co. Veeleer lijkt het erop dat hun impact net zoals Afrojack, Van Buuren en Garrix wereldwijd voelbaar was.
De klok stil gezet
CTM kijkt niet alleen terug naar pionierstijden die nooit meer terugkeren. Het festival biedt ruim baan aan makers die decennia geleden al begonnen, stug doorgingen en ook nu nog baanbrekend werk leveren. Zo mag de tachtigjarige grootmeester van de microtonale drone Phill Niblock
in drie extreme composities laten horen hoezeer zijn werk zowel monolithisch massief is, als opvallend dartele twinkelende tonale verschuivingen in minimale verandering zonder dynamische ontwikkeling kent. Waar Sunn O))) de botte slopersbijl hanteert, kleurt een eveneens het volume niet schuwende Niblock zelfs met een zekere, hoewel relatieve, mate van subtiliteit. Tijd lijkt in ieder geval te stoppen en dat al decennialang in 's mans fascinerende dronewereld.
Muziek van de sterren
Het openingsconcert van CTM trekt ook al meteen lijnen van toen naar nu naar verder. Kontakt der Jünglinge (Asmus Tiechens en Thomas Köner) kent het idioom, werk en de joie de vivre van Karlheinz Stockhausen als zijn spreekwoordelijke broekzak. Daarmee bouwen beide heren een geluidsbad dat, qua spacey klanken, reikt naar de sterren. Hier wordt muziek gemaakt die met beide voeten in een 'toen' staat, tegelijk alleen 'nu' is en op hetzelfde moment en nog steeds futuristisch wijst naar nog te verkennen oorden. Gek genoeg duiken die in gedachten zelfs op als fysieke interplanetaire of verdere plekken.
Aards is het optreden van oudgedienden Charlemagne Palestine [Foto links] en Rhys Chatham op dezelfde avond niet te noemen. Een zekere vrijgeestige hippieachtige inslag kenmerkt vooral Palestine die in samenspel met Chatham - die oogt als de oudere broer van Tom Waits - op dwarsfluit en klarinet een minimalistische repeterende exercitie brengt. Een die menige hint kent richting tijdgenoten als Terry Riley en Tony Conrad, maar vooral, na al vele tientallen jaren in de muziek, het moment van maken zelf vooropstelt. Daarin is ook ruimte voor jolijt, bijvoorbeeld in de vorm van pratende speelgoeddiertjes die het concert kolderiek afsluiten. Misschien nog altijd een beejte outsider-art op bezoek bij avant-garde en dus zal het weinig verbazing wekken dat artiesten als David - Current 93 - Tibert of William Basinski en Thurston Moore zelfverklaarde fans zijn van het werk van Palestine en Chatham.
MEGO kijkt om
Label Editions MEGO van Peter Rehberg krijgt alle ruimte op CTM.14. Onder die vlag zijn bijvoorbeeld de musique concrètewerken van GRM te horen. Glorieus gebracht in surround brengt het programma Pierre Schaeffer, Bernard Parmegiani en collega's samen. MEGO kent ook zijn historie in Scandinavië en dan kom je uit bij EMS, de experimentele studio's in Stockholm. Daar werkte de Hongaar Ákos Rozmann en van zijn hand wordt in een multikanaalsvoorstelling het indringende en verbijsterend eclectisch klinkende stuk 'Images of Dream and Death' gespeeld.
De plek ingenomen
MEGO is een label dat een keur aan actuele artiesten een thuis biedt. Zo laten Robert Hampson en Stephan Mathieu onder hun pseudoniem Main horen hoe diep menselijk en peilloos gelaagde ambient in surround kan klinken. Dit is de handschoen van Brian Eno oppakken en kilometers ver meenemen naar een locatie waar de klanken niet langer de sfeertoon zetten, maar de plek van handeling zijn geworden.
In Berghain stelt het label de plek zelf ook centraal. Niet in het minst door voluit gebruik te maken van de fenomenale geluidinstallatie die de club herbergt. Russell Haswell [Foto top pagina] jakkert de meest brute en overstuurde noisebeats door de betonnen zaal. Razend en overdonderend, maar nooit gratuit of op zoek naar gemakkelijk shock-effect.
Haswell en noisecollega Yasunao Tone [Foto beneden] trekken de lijn van Luigi Russolo's Intonarumori fier door met de mogelijkheden die techniek nu te bieden heeft. Ook zij vertellen daarmee, zo'n honderd jaar na Russolo, een verhaal. Dat komt bij Haswell neer op het opzoeken van de grenzen van hoe ver je muziek naar voren kunt blijven duwen, totdat ze vervalt tot alleen nog maar gekraak. Tone dwingt zijn machines te doen waarvoor ze niet gemaakt zijn. Het zijn de fouten die ze dan produceren die hij uitvergroot en tot zijn basismateriaal maakt. Neo-Dada en Fluxus komen zo samen in een spel waarin Tone ook nu nog nieuwe technieken zoekt en vindt om over de kling te jagen, zoals bijvoorbeeld het algoritme van de mp3-compressie dat wordt gepijnigd.
Oude kraut
Rehberg en niemand minder dan Stephen O'Malley tekenen als KTL voor het eerste teleurstellende dipje van CTM.14. De krautdampen waren wel een beetje rond, maar de duistere ambient kent teveel gemakszuchtige galm en te weinig textuur om onder de huid te kruipen en de tot oorverdovend geraas opstijgende crescendo's van O'Malley zijn inmiddels ook wel gesneden muffe, om niet te zeggen beschimmelde, koek aan het worden. Op deze manier blijven krautrock en darkambient beter figuren uit het verleden.
Machines aan de macht
Handen ten hemel, blik op misnoegd en er lijkt een groot vraagteken boven het hoofd te hangen van Chris Madak, bekend als Bee Mask. Het heeft er alle schijn van dat zijn controllers en laptops niet doen wat hij wil. Gelukkig maar, want zo om over naar huis te schrijven is zijn werk dat op MEGO verschijnt nu ook weer niet. Wat de Berghain voor de kiezen krijgt is echter uitermate smakelijk in de hectisch verspringende ritmische patronen en zwierige van harmonisch naar dissonant verkleurende synthesizerlijnen. Er is geen touw aan vast te knopen en tegelijk geen uitputtingsslag zoals menig Warpartiest die weet te serveren. Sterker, je wil alleen maar meer en mag dus bij een volgende liveontmoeting hopen dat Madak de boel weer niet op orde heeft of krijgt. Of: hoe machines regeren tot mooie dingen kan leiden.
Kleurveld
Machinaal is het optreden van COH met Tina Frank [Foto rechts] ook. Geen wonder. Hij brengt zijn werk uit bij het straffe Raster-Noton (Carsten Nicolai, Frank Bretschneider en Olof Bender draaien trouwens op het festival plaatjes op de borrel na de opening). Ook in Berghain beukt de machine in minimal techno erop los. Frank is verantwoordelijk voor de stijl van de releases van MEGO en tijdens deze show projecteert zij adembenemende synchrone visuals bij COH's muziek. Het is al diep in de nacht en intellectueel bijzonder veeleisend is COH gelukkig niet. Frank daarentegen weet qua beelden diepe indruk te maken. Dat komt niet alleen door het heftige stroboscopische geknipper, de impact ligt vooral in de verzadigde intense tinten, die qua uitwerking op de gemoedstoestand te vergelijken zijn met colorfieldpainters als Barnett Newman.
Finnen
Inmiddels ben je, qua hoeveelheid programmaonderdelen, nog steeds niet halverwege het festival. Maak de borst maar nat en ga er maar aan staan. Een legertje Finnen plaatst Erkki Kureniemmi centraal. Zijn films worden vertoond en de beste man ontwikkelde zelf ook protosynthesizers. Met klanken daarvan gaan Tommy Keränen, Mikko Ojanen en CM von Hausswolff (hij bestiert ook nog een multikanaalsweergave van een liveopname van Mika Vainio, die door ziekte geveld is) aan de slag. Donderend geraas is het resultaat, maar niet zonder dat je steeds verbaast opkijkt, omdat de geluiden die aan de basis van de noisecomposities liggen zo totaal anders zijn dan je van andere synthesizers kent. Wie denkt dat Mika Vainio extreem kan klinken, weet op slag dat zijn landgenoot hem de weg gewezen heeft en nog wel een heel stuk maffer uit de klankhoek kon komen.
Zompig
Het is natuurlijk ook niet allemaal goud dat er blinkt op een overvol palmares. Zo blijft Porter Ricks [Foto onder] nogal hangen op een zompige afstand. Het is en blijft onduidelijk wat ze willen, wat koers, doel of richting is. De beat moddert en blubbert, de krautsynths vervoeren. De productie is fantastisch, maar live niet bijzonder overtuigend.
Wanprestatie
Als je het hebt over het doorsnijden van een dikke rode draad die CTM samenbindt, dan kom je uit bij het ronduit beledigend belegen saaie optreden van Moritz von Oswald Trio met Max Loderbauer en Tony Allen. De beroemde drummer lijkt zich ook geen raad te weten met de metronoomklikjes en hoogpolige knuffelambient voor droefneuzerig thuisgebruik van de andere heren. Het duurt tot heel ver in de set voordat er een sprankje van enige (beklijvende) muzikaliteit die het aanhoren waard is te horen valt. De wanprestatie mag evenwel rekenen op een warm onthaal van een hip clubpubliek inclusief chique handtasjes en roze poloshirtjes dat opvallend genoeg uit zeer veel niet-festivalgangers bestaat. Avontuur voor een grotere gemene deler dus, maar waar het avontuur in zit, blijft een raadsel.
Feedback
Als boekensteunen om het Von Oswald-debacle heen, vind je Julia Eckhart [Foto onder] en Mark Bain. Eckhardt speelt op haar viool een stuk van Anne Wellmer. Ze loopt door de Berghain, tussen het publiek door. Tussen de immense speakers stuurt ze de feedback die ontstaat. Langgerekte noten gaan op in een drone van feedback en microtonale vibraties. Ruimte en compositie worden één, samen met de toehoorders. Klassieke avant-garde kortom, die niet kan zonder de hightech van de Berghaininstallatie.
Fysieke ervaring van topkunst in geluid
Mark Bain pakt plaats en performance bij de kladden, door verspreid door de Berghain seismografische sensoren aan te brengen. De signalen van die apparaten registreren de trillingen van de danstempel. Bain begint zoemend en kalm. Allengs pikt hij een heftige reactie op, versterkt die en stapje voor stapje hoor je hoe het gebouw trilt, steeds meer. Het volume wordt nog in de klauwen gehouden en ook nu al vraag je je af of Bains show niet heel slecht is voor de constructieve integriteit van de Berghain.
Hoe dan ook: de staande golven gaan dwars door je lijf en voel je harder en intenser dan de fysieke impact van voor velen letterlijk misselijkmakende acts als Sunn O))) of My Bloody Valentine. Bain is schatplichtig aan Maryanne Amacher en Phill Niblock, Eleh en Eliane Radigue en kent raakvlakken met Justin Bennett. Maar het is vooral zijn koppeling van muzikale compositie en uitvoering aan techniek van nu in een volslagen fysieke ervaring, die de boeken ingaat als de totale samenballing van 'Dis Continuity' in toen, nu en verder - en tegelijk voorbij het horen alleen. Alleen al omdat je er thuis niets mee kunt, prijs je je gelukkig dat er zoiets als CTM.14 bestaat waar je met je hoofd en lijf tussen de vier muren aan luidsprekers van de Berghain zo'n topkunst in geluid kunt ondergaan.
Verrassing
De progressieve industriële loodzware basstechno die gezelschap krijgt van subliem sounddesign uit de koker van Samuel Kerridge [Foto beneden] jaagt kristalhelder door de Berghain, op de hielen gezeten door knetterende feedback en splijtende noise. Niet per se dansbaar, maar zeker ook niet níet, tekent Kerridge voor een van de grootste verrassingen van CTM.14. Je hoort veel van vroeger, niks van nu, want hij maakt een heel nieuw heden in zijn unieke geluid en je weet het zeker: van Kerridge gaan we nog veel meer horen. Althans, dat mag je hopen.
En er is meer
Je kunt op CTM.14 trouwens ook nog echt vakkundig het licht uitdoen. Of: de zon zien opkomen. Daarin voorziet het festival met meerdere nachten dansvertier. Zo kun je terecht bij Marcel Dettmann (terug op het honk in de Panorama Bar) of Actress en verder zijn Boddika, Concrete Fence, Alexander Robotnik en Lumisokea onder de vele nachtbrakers. Het bleef nog lang onrustig.
Meer is onverslaanbaar meer
De laatste drie dagen van CTM lopen trouwens parallel aan Transmediale. Dat festival kent zijn eigen screenings, lezingen en liveprogramma, deels samen met CTM. Daar kon je nog terecht voor Dinos Chapman, Lucky Dragons en de wereldpremière van 'Lumière', de nieuwe sound- en laserperformance van Robert - Monolake - Henke. Alsof het allemaal nog niet genoeg is - zeker in een stad als Berlijn, waar je je toch al nooit hoeft te vervelen.
Zo bewijst CTM.14 weer eens dubbel en dwars dat de driedubbelslag tussen buitengewoon uitgebreid en diep festival, Transmediale en fabelachtige thuisstad er een is die onverslaanbaar is: avontuur en experiment kennen hun Olympos in Berlijn.
Alle foto's uit archief van CTM
http://www.kindamuzik.net/live/ctm-festival/ctm-14/24720/
Meer CTM Festival op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/ctm-festival
Deel dit artikel: