Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Dag twee van Grasnapolsky begint rustig met pianist Joep Beving [bovenste foto]. Zijn muziek past in het rijtje Ludovico Einaudi, Yann Tiersen, Chilly Gonzales, Nils Frahm, Keith Jarrett, Philip Glass en Erik Satie. Met dergelijke introspectieve pianomuziek is de lijn tussen zielaanrakende, serene muziek en pretentieus gekabbel dun. Bevings muziek neoklassiek noemen gaat misschien een stap te ver, maar toch weet hij net aan de goede kant van die lijn te blijven, zo ergens tussen Gonzales en Jarrett in qua credibility. De boomlange, bebaarde pianist is een indrukwekkende verschijning. Een soort GVR die lieve liedjes speelt, merkt een meisje op. Hij speelt mooie, compacte composities die vaak culmineren in snelle arpeggio’s. Een enkele dissonante klank of goed geplaatste cathartische eruptie zou zijn muziek nog net wat meer diepgang geven, maar in kleermakerszit om zijn voor het podium geplaatste piano ervaart menigeen met de ogen gesloten muisstil een reflectief momentje op deze zondagochtend. Het is een cliché, maar halverwege de set breekt de zon door die door de hoge ramen zijn piano doet baden in een warme gloed.
Ietwat abrupt neemt aan de andere kant van de zaal het Belgische Dan San [foto hierboven] het over. De Fleet Foxesachtige folkpop met fijne bijrol voor de breeduit lachende violist is luistermuziek met net genoeg substantie om live te overtuigen. Wie een van de schaarse kaartjes heeft bemachtigd, kan de band later op de dag nog eens zien in de Watertoren op het terrein, waar beide festivaldagen intieme sessies worden gehouden door artiesten. Met de door 3voor12 opgenomen sessies erbij is het in theorie zelfs mogelijk om op deze manier artiesten maar liefst drie keer te horen spelen. In de koude, hoge toren klinkt Dan San nog ijler. Het gebrek aan duidelijke leadzang zorgt ervoor dat de bescheiden spelende band met zijn samenzang een fijne deken van geluid legt over het twintigtal luisteraars.
Het festivalthema, 'Dat wat je niet ziet', is gedurende het weekend onbedoeld ook van toepassing op de Annex B-zaal. Om hier concerten bij te wonen, moet je vaak een half uur vooraf in de rij gaan staan om niet voor een dichte deur te staan. Het is de organisatie niet echt aan te rekenen, want wanneer je met een dergelijke historische locatie werkt, is er een grens aan wat je kunt bieden qua capaciteit. Zo is een beperkt aantal gelukkigen op de zaterdag getuige geweest van het veelbelovende eerste optreden van Luwten, het nieuwe project van zangeres Tessa Douwstra (Orlando, Wooden Saints). Diegenen die door de sympathieke deurbewaker Durk buiten worden gehouden, moeten wachten op het album, dat dit najaar zal verschijnen.
Op zaterdag is het de beurt aan de Vlaamse zusjes van Lili Grace om de aanwezigen in de Annex B te verrassen. Het is met uitstek de sympathiekste act van het festival. Nelle Bogaerts stuurt haar cello door distortion, delay, wah en andere gitaareffecten, terwijl zus Dienne stampende kickdrums en synths uit haar sampler tovert, aangevuld met piano en geloopte percussie. Grootste troef is echter de samenzang. Dienne met een fijne snik, Nelle met een ijle falset. Samen klinkt het prachtig. Muzikaal is het lastig te plaatsen: is het nu zoete meisjespop, elektronisch geweld of freaky kunstmuziek? Het is het allemaal en Lili Grace brengt het zo ontwapenend en vol vuur dat iedereen verrukt staat te genieten van de eigenzinnige performance.
In de Zenderzaal is het tijd voor de gedoodverfde vreemde eend in de Grasnapolskybijt. Belgische rapper Woodie Smalls [foto rechts] brengt onvervalste hiphop naar het festival. Niet met live-instrumenten om aan te sluiten bij de bandjes, maar ouderwets met twee mc’s en een dj. En dan vallen de woorden money en bitches ook nog! Toch wordt de degelijke hiphop goed ontvangen door het aanwezige publiek. Wanneer Woodie Smalls na het eerste nummer vraagt of de dames vooraan met hem willen dansen, krijgt hij nog nul op het rekest, maar nadat iedereen op zijn verzoek naar voren komt, wordt er zelfs voorzichtig gebouncet. De hiphop van Woodie Smalls vormt daarmee een welkome afwisseling op het verder door indiepopbandjes gedomineerde middagprogramma, maar biedt een voor anno 2016 toch net iets te clichématige invulling van het hiphopidioom.
Voor Amber Arcades [foto hierboven] is de rij voor de Annex B weer lang. De band rondom zangeres Annelotte de Graaf heeft in zijn nieuwe configuratie zowel muzikaal als qua aandacht een vlucht genomen en gooit bijvoorbeeld hoge ogen op Noorderslag. Ook de ambities zijn gegroeid; de band staat dit jaar zelfs op SXSW in Austin. De aan pittigheid gewonnen dromerige pop wordt vandaag behoorlijk overtuigend gebracht. Het lukt evenwel nog niet om elk nummer echt op de zaal over te brengen en soms klinkt het allemaal nog wat gedrogeerd. Toch lijkt de 'maar' die in sommige eerdere recensies te horen viel steeds meer overbodig.
Eefje de Visser [foto hierboven] is in de Zenderzaal de de facto afsluiter. Menigeen moet maandag weer vroeg op en houdt het daarna voor gezien, waardoor het elektronicagedeelte van de zondag het moet doen met een lager aantal aanwezigen dan op de zaterdag. Het net uitgekomen derde album Nachtlicht van De Visser leunt meer dan voorheen op elektronica en vooral live leidt dat tot een behoorlijk indrukwekkend geluid. Veel rook en stroboscooplichten versterken tijdens het nummer 'Naartoe' het gevoel naar een elektronica-act te kijken. Het is knap hoe de zangeres en haar band daarbij de balans weten te vinden tussen zware bassen, prominent aanwezige synths en de dromerige wereld die De Visser oproept met haar karakteristieke stem en poëtische teksten. Op de juiste momenten neemt ze gas terug en speelt ze akoestisch. Afsluiter 'Scheef' toont de 'nieuwe' De Visser op haar best. Diepe beats introduceren het nummer en de aanzwellende synth doet bijna een dubstepdrop verwachten, terwijl De Visser zingt over hoe ze kopje onder gaat in de Noordzee. Live blijft het nieuwe werk van de zangeres echter fier overeind staan.
Het Deense Sekuoia [foto hierboven] trapt het nachtprogramma af met fijne, Dorian Conceptachtige, springerige beats. Zo nu en dan bouwt de muziek op tot epische postrockclimaxen. In het begin zou je nog de indruk kunnen krijgen met een middelmatige elektronica-act van doen te hebben, maar gaandeweg de set begint de muziek steeds meer te schuren om te culmineren in prettig dansbare four-to-the-floorbeats.
Sjamsoedin [foto hierboven] trakteert de overgebleven dansers op fijne electro. Waar Nobody Beats the Drum, waar Sjamsoedin deel van uitmaakte, zich vooral richtte op knallende beats als een aanval op de dansvloer, klinkt het solowerk van de producer melodischer en organischer. Met een keur aan analoge synthesizers bouwt Sjamsoedin een overtuigende electroset op die alleen tegen het einde ietwat eendimensionaal begint te klinken.
Grasnapolsky biedt met deze editie veel sfeer en kwaliteit. De kleinschaligheid en de prachtige locatie van het festival zorgen voor een knus gevoel. Hoewel de programmering nog net iets minder zou mogen leunen op de alomtegenwoordige luisterindiepop, is Grasnapolsky een fijn, sympathiek festival met een eigen signatuur.
http://www.kindamuzik.net/live/grasnapolsky-2016-de-zondag/grasnapolsky-2016-de-zondag/26534/
Meer Grasnapolsky 2016 - de zondag op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/grasnapolsky-2016-de-zondag
Deel dit artikel: