Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Een paar weken terug speelden The Amazing Snakeheads nog voor een halve man en een paardenkop in Rotown. Dat was erg goed. Nu mogen ze openen voor Jack White in een uitverkochte Heineken Music Hall. De overgang van kleine clubs naar een grote zaal valt voor veel bands niet mee, maar The Amazing Snakeheads blijken er geen enkel probleem mee te hebben. Dit ondanks het feit dat frontman Dale Barclay inmiddels het enige overgebleven originele bandlid is; de ritmesectie van het trio is sinds de release van debuut Amphetamine Ballads al volledig vervangen. The Amazing Snakeheads zijn dan ook Dale Barclay: de strot als Screamin' Jay Hawkins met een plat Glasgows accent, de "je kop staat me niet aan, ik ga er een bierglas in kapot slaan"-poses en de tussen blues en noise laverende gitaarerupties. Een frontman pur sang dus. Als die nieuwe ritmesectie dan ook nog van wanten weet, dan kan het niet anders en ook de Heineken Music Hall gaat dan ook voor de bijl voor de beste nieuwe Britse band van 2014.
Het vooral uit oude rockers bestaande publiek mag dan vakkundig opgewarmd zijn door The Amazing Snakeheads, Jack White en zijn band hebben last van een koude start. Het eerste deel van het concert is werkelijk niet om door te komen. Niet omdat de band nu zo slecht speelt. Het is eerder het tegendeel: Jack White lijkt te zijn beland in zijn Emerson, Lake & Palmerfase. Elk nummer is opgetuigd met extra solo's van White, de nodige lagen synthesizergefröbel, een stukje viool, een stukje pedalsteel en een drummer die helemaal los gaat. Dit alles op een enorm volume, waar White vocaal totaal niet tegenop kan. Voor even is dat leuk, maar een nummer als 'Hotel Yorba' knapt echt niet op van vioolsolo's en een shot (weliswaar virtuoos gespeelde) koebel. Het is te veel van alles, daardoor dodelijk vermoeiend en van het gevoel dat White toch vaak zo goed in zijn songs weet te leggen, valt niets terug te vinden.
Pas ver over de helft van het optreden treedt er een kentering op. 'The Same Boy You've Always Known' wordt redelijk terughoudend en met gevoel gespeeld en vanaf dat moment gaat de storm die het concert tot dan toe geweest is liggen, hoewel er toch nog met regelmaat een riedeltje tussendoor glipt dat beter niet gespeeld had kunnen worden. De beste songs zitten in de (geplande) toegift: 'Three Women' van de nieuwe plaat Lazaretto en 'Sixteen Saltines' van Whites solodebuut. De afsluiter is uiteraard 'Seven Nation Army'. Bij die song hoeft White alleen weinig te doen; het publiek zingt de riff toch wel.
Zoals altijd bij White is alles op het podium mooi gestileerd, deze keer in het blauw-witte thema van Lazaretto. Toch is de aankleding vrij miniem voor een act van dit formaat. White wil duidelijk dat het om de muziek gaat. Hij laat door een assistent zelfs expliciet vragen geen foto's te nemen, omdat hij wil dat het publiek zich op het optreden concentreert. Helaas verliest White daarbij uit het oog dat wat voor hem en zijn band het leukste is om te spelen, niet noodzakelijkerwijs het leukste voor het publiek is om naar te luisteren.
Foto uit het KindaMuzik archief door Jelmer de Haas
http://www.kindamuzik.net/live/jack-white/jack-white-the-amazing-snakeheads/25138/
Meer Jack White op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/jack-white
Deel dit artikel: