Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Brussel beleefde afgelopen maandag een absolute topdag en dat had wat ons betreft weinig of niets te maken met de aanwezigheid van ene G.W. Bush. Op nauwelijks enkele honderden meter van elkaar stonden immers twee van de meest interessante, hedendaagse acts uit de alternatieve gitaarhoek in de hoofdstad. Bright Eyes bevestigde zijn rijzende sterstatus met een zinderend optreden in de Botanique, in de AB was het Low dat – ter ere van 5 jaar Duyster – zijn opwachting maakte.
Low – bestaand uit het Mormoonse echtpaar Alan Sparhawk (zang, gitaar) en Mimi Smith (zang, drums), en bassist Zak Sally – grossiert reeds ettelijke jaren in lome, traag voortschrijdende, maar evenzeer meesterlijke composities, getuige prachtalbums als ‘Long Division’, ‘Things We Lost in the Fire’ of het drie jaar oude ‘Trust’. Kortom, Low heeft zich door de jaren heen een kwaliteitslabel aangemeten waar al te veel bands de tanden op stukbeten.
Op hun pas verschenen langspeler The Great Destroyer (met Dave Fridmann achter de knoppen) proberen ze echter nieuwe invalshoeken die resulteren in het meest gevarieerde en organische materiaal dat het slowcore-trio uit Duluth, Minnesota, ooit op plaat vereeuwigde.
Spilfiguur Alan Sparhawk verloste zich in de AB met enkele gevatte kwinkslagen alvast razendsnel van het verwijt "te saai en te ernstig" dat Low vaak ten laste gelegd wordt. Bovendien bleek zich een van z’n vorige doortochten nog uitstekend te herinneren. De tijd dat Low zich in clubs van nauwelijks een zakdoek (hij refereerde naar de Kortrijkse Pits) groot hoefde te vertonen, lijkt echter definitief voorbij. Zo werd de groep vorig jaar nog op sleeptouw genomen door Radiohead en tot welke gevolgen dat kan leiden weet Sigur Rós inmiddels al te goed.
Op The Great Destroyer – hun zevende reguliere studioplaat – flirt Low voor het eerst openlijk met invloeden uit de popmuziek (The Beatles, Beach Boys, The Byrds) en weerklinken songs die in een rechtvaardige wereld moeiteloos aanspraak zouden maken op heavy rotation.
Het catchy ‘California’ bijvoorbeeld, alhoewel dat live opvallend grimmig klonk. Met ‘Monkey’ bewezen de stadsgenoten van Dylan dat het opendraaien van de versterker niet noodzakelijk gelijk staat aan een kwalitatieve devaluatie. In ‘Everybody’s Song’ en het bezwerende ‘Pissing’ rolden Sparhawks fuzzy gitaargeluiden aan en af als eb en vloed, stegen uit de hypnotische bas van Zak Sally onheilspellende onweerswolken op en vuurde Parker de ene gortdroge drumkogel na de andere af.
De pastorale samenzang van Sparhawk en Parker kwam dan weer griezelig perfect tot uiting in het verstilde ‘Silver Rider’, afgestofte versies van ‘Shame’, ‘Sunflower’ en ‘Violence’, welk laatste het zout met angstwekkende precisie in de wonde van deze enge tijdsgeest strooide. ‘(That’s How You Sing) Amazing Grace’ herschiep de zaal in een muisstil territorium, waar zelfs het vallen van een bekertje een aanslag op het gehoor betekende. Idem dito voor het door Sparhawk akoestisch solo voorgedragen ‘Death of a Salesman’.
Toen het concert na anderhalf uur afklokte, leek het dan ook alsof elke minuut een gigantische bokkensprong doorheen de set gemaakt had. Steevast een goed teken en dat was hier niet anders. De magie zinderde iets minder nadrukkelijk door de zaal dan tijdens Lows exclusieve kerkoptreden van drie jaar terug in Leuven, maar dat vormt allerminst een belemmering om hier van een briljante concertavond te gewagen.
foto's archief: Cor Jabaaij
http://www.kindamuzik.net/live/low/low/8724/
Meer Low op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/low
Deel dit artikel: