Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Het is dertig graden buiten. De hippe mensen staan bij Metropolis in Rotterdam. De festivalgangers zijn afgereisd naar Werchter of Roskilde en de metalheads staan zwetend te wachten op Guns´n Roses. Waar ga je dan als hardcore-liefhebber naartoe? Juist, naar een bloedhete 013 in Tilburg waar elke zaal afgeladen vol staat. Maar terecht, want de organisatie van Powerfest heeft een aantal toppers uit de scene neergezet. En de zeventien bands op de snikhete zondag laveren tussen opkomend, gearriveerd en groots.
Most Precious Blood trapt af in de grote zaal, die nog behoorlijk leeg is. Het publiek is nog wat slaperig, maar de band gaat er direct al flink fanatiek tegenaan. Met hun lekker strak gespeelde hardcore komt de sfeer er langzaam in.
Al vroeg in de middag is het de beurt aan de eerste grootheid in het genre. Leeway is al in geen elf jaar meer in Nederland geweest en heeft in die tijd ook geen nieuw werk uitgebracht. Maar de band uit Amerika voelt zich thuis op het podium. Geruggensteund door een goed, helder geluid klinkt de band opvallend fris. De funky-achtige uitspattingen die een release als Desperate Measures sierde, is vervangen door een degelijke hardcore. Dat zanger Eddie Sutton het meende, was te zien aan de wijze waarop de klimgrage zanger al binnen twee nummers beide borden met het stagedive-verbod vakkundig had weggewerkt. Helaas was het voor het publiek nog te vroeg.
Uitgerekend de band die zich naar een Leeway-nummer heeft vernoemd, staat gelijktijdig in de Batcave te spelen. De Belgen van Rise and Fall gaan ongenadig hard tekeer en klinken in de verzengende hitte nog lomper dan normaal. Veel werk van het recente bulldozeralbum Into Oblivion, gespeeld door vier doodnormale jongens. Geen tattoos en stoere poses, maar een bijzonder gedreven band die iedereen in het kleine zaaltje bij de strot wil grijpen. Het lukt ze, de grot staat op zijn kop. Na een zegevierend optreden verlaat de band het podium alsof ze onder een werkende sprinklerinstallatie heeft staan spelen. Een hoogtepunt.
Het imposante uiterlijk van de frontman van Damnation AD, ondertussen bezig in de kleine zaal, compenseert de statische houding van de band niet. En ook hun degelijke metalcore heeft dezelfde uitwerking op het publiek. Niets speciaals.
Shelter [foto rechtsboven] is een tijdje weggeweest, maar staat vandaag toch op het hoofdpodium. Tenminste: zanger Ray Cappo dan. Van zijn oorspronkelijke band is niemand meer over. De vervangers spelen niet bijster strak en enige bezieling is bij een aantal ver te zoeken. Dus wordt het een beetje een goedbedoelde, maar zielige one-man-show. Axl Rose kan daar een stukje verderop in het Goffertpark misschien mee weggekomen, maar Shelter zakt hier door het ijs. Hare Krishna Cappo probeert zijn positieve boodschap wel fanatiek over te brengen, maar enkel bij de tracks van doorbraakalbum Mantra veert het publiek wat op. Triest om te zien hoe de frontman van invloedrijke bands als Youth Of Today en Shelter zo is afgezakt.
Darkest Hour begon ooit als metalcore band, maar doet tegenwoordig verwoedde pogingen om At The Gates naar de kroon te steken- met het vorig jaar verschenen Undoing Ruin als beste resultaat. De band staat vol enthousiasme te spelen in de grote zaal. De show is goed, maar weet niet over de gehele lengte te boeien, vanwege de simpele reden dat échte metalbands dit kunstje beter flikken.
Door de enorme drukte bij Raised Fist [foto links] in de kleine zaal, is het zelfs op het balkon dringen geblazen. De band is inmiddels toe aan het laatste optreden van de tour en is op. Vooral de stembanden Alle Rajkovitz zijn aan gort. Het weerhoudt ze er niet van om van de kleine zaal een woest moshende massa te maken. Het geluid mag niet optimaal zijn, de agressieve show staat als een huis. Het is alleen jammer dat Raised Fist tegenwoordig de oude drummer van Dark Funeral in de gelederen heeft. Zijn mechanische drumwerk zorgt voor een te hoog metalgehalte in muziek die als opgefokte hardcore met een zware sound hoort te klinken. Evengoed knallen de nummers van met name Dedication ouderwets hard.
De soap rondom de Cro-Mags resulteert in verschillende bands die om de zoveel jaar met het songmateriaal van de klassieke NYHC band gaan toeren. Dit keer zijn het frontman John Joseph en drummer Mackie die onder de naam Fearless Vampire Killers [foto rechts] voornamelijk materiaal van The Age Of Quarrel ten gehore brengen, met een handvol Bad Brains-nummers als bonus. De spanning wordt opgebouwd met de muziek uit A Clockwork Orange. Als het gezelschap vervolgens opkomt, smijten ze niets dan hits de zaal in. ‘World Peace’, ‘Don’t Thread On Me’, ‘We Gotta Know’, ‘Malfunction’, ‘By Myself’ komen onder meer voorbij. Te gek om dit soort nummers weer eens live te horen natuurlijk, maar het is en blijft een coverband. Hoe goed JJ ook is als frontman, hij kan het gemis van Parris en Harley niet compenseren. Ook niet met de woest meppende Mackie achter hem. Met de wetenschap dat een toer met de originele bezetting er nooit meer in zit, was dit niettemin toch een erg aardig optreden.
Ringworm optredens zijn schaars en de band uit Cleveland kan dan ook op een warme belangstelling van de volle Batcave rekenen. Omdat Ringworm fungeert als afsluiter van de Batcave, wordt nog één keer alles uit de kast gehaald. Human Furnace trekt fel van leer, terwijl er voor het podium een volwassen pit ontstaat, gesmeerd door tientallen liters zweet. Vooral Taking Back What’s Ours verricht wonderen op het gebied van de publieksreactie. Ringworm zorgt voor één van de beste optredens van de dag.
Cephallic Carnage staat zowel tegelijk met Ringworm als met Ignite te spelen. Doodzonde. Het extravagante grindcore-gezelschap is, gezien de lage opkomst, voor velen wat te veel van het goede. Bij extreme hitte hoort echter extreme muziek. Die brengt Cephallic Carnage met verve.
Met zoveel sterke bands in de lineup kan er eigenlijk maar één band afsluiten: Ignite [foto links]. De grootmeesters van de melodieuze hardcore hebben net een briljant album afgeleverd en maken hun status en de verwachtingen meer dan waar. Een dik uur prachtige hardcore vol energie en passie. Zanger Zoli Teglas is de spil van de band en is zoals altijd prima bij stem, dus kan er weinig misgaan. De nadruk ligt op materiaal van het nieuwe Our Darkest Days, afgewisseld met ouder werk. Ignite knalt het ene na het andere geweldige nummer de zaal in, af en toe onderbroken door een speech van Teglas over de misstanden in de wereld. Gelukkig haalt het de vaart niet uit het optreden en kreeg Powerfest 2006 hiermee een fantastische afsluiter.
Fotografie: Ronnie Seasons
http://www.kindamuzik.net/live/powerfest/powerfest/13337/
Meer Powerfest op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/powerfest
Deel dit artikel: