Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Wanneer je er wat langer over nadenkt, zou je kunnen stellen dat de postpunkrevival zoals die alweer zo'n vijftien jaar geleden inzette, van Amerikaanse zijde niet eens zo heel veel écht goede bands opleverde. Bij Interpol brandde het heilige vuur maar even en voor de rest leverde met name New York bands vol modepopjes af, die vooral op de zenuwen werkten in plaats van goede platen te maken. Een band die wars is van imago en daarnaast wel wat te melden heeft, is Protomartyr uit Detroit.
Het kwartet antisterren leverde vorig jaar misschien wel de plaat van het jaar af met The Agent Intellect. Rusteloze postpunkgeluiden in de lijn van The Fall, The Wipers, Joy Division of Wire gaan op dat album hand in hand met literaire teksten over vergankelijkheid of de beperkingen van de menselijke geest. Op deze derde plaat combineren en vervolmaken ze het rauwe van de eerste met het onderhuidse van het tweede album. In een goedbevolkt Vera geeft Protomartyr een magische bloemlezing uit dat oeuvre.
Vanaf de eerste grimmige tonen krijgt het lagere spectrum van het geluid de nadruk: de straffe metronoomritmes van drummer Alex Leonard en de donderende baslijnen van Scott Davidson komen op die manier aan als welkome stompen in je maag. Zanger Joe Casey, in een colbertjasje gestoken en het hele optreden met een fles bier in de hand, oogt als een verdwaalde leraar die bomen opzet over Aristoteles of de keerzijde van religie. Hij snauwt en gromt de teksten net even iets intenser dan op plaat en doet daarbij, zowel qua houding als voordracht, meer dan eens denken aan beroepschagrijn Mark E. Smith van The Fall. Gitarist Greg Ahee doorbreekt de monotonie met kille maar glasheldere gitaarstormen, die uiteraard afkomstig zijn uit de postpunk maar daarnaast ook doen denken aan de garagepunk uit het Detroit van weleer, of zelfs aan postrock.
De muzikale intensiteit blijft het hele optreden griezelig hoog. Niet in de laatste plaats veroorzaakt door een uitgekiende keuze van een aantal meer melodieuze nummers van debuutplaat No Passion All Technique, zoals een ritmisch ijzersterk 'Feral Cats' of een aardedonker maar toch popgericht 'Ypsilanti'. Gaandeweg vinden Casey en Ahee elkaar steeds meer: de goedgesmeerde tandem tussen luidruchtige vocalen en rauwe gitaarklanken zorgt voor verpletterende uitvoeringen van 'Uncle Mother’s' en 'Why Does it Shake?'. Toch is Protomartyr daarbij geen moment uit op effectbejag of valse romantiek: oprecht, onontkoombaar en zonder opsmuk treft de band je recht in je donder. Een zeldzaamheid in het concertland van tegenwoordig.
http://www.kindamuzik.net/live/protomartyr/protomartyr/26641/
Meer Protomartyr op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/protomartyr
Deel dit artikel: