Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Dit jaar is het buiten op de binnenplaats net zo gezellig als bij de bandjes. Groningen rookt namelijk gewoon door en ook de walm van hamburgers op de grill creëert een Texaanse gezelligheid. Bluesmuziek is altijd een alibi voor sociale ontmoetingen geweest.
In de foyer mag het Britse Hokie Joint aftrappen en dat doet ze niet onaardig. De sterk zingende Jojo Burgess grauwt zich met verve door rauwe bluesliedjes heen, terwijl een mondharp stevig rondscheurt. Hokie Joint is niet bang is om de blues aan te lengen met een fikse scheut rock. Gelukkig maar, want terugvallen op blues alleen wordt al snel saai.
Saai is het zeker bij de Chris Bergson Band terwijl de zanger-gitarist uit New York toch alles goed doet. Zijn tiptop gespeelde covers van Bob Dylan, Aretha Franklin en anderen missen echter spanning en urgentie. Alleen een moppie Mississippi Fred McDowell klinkt prettig rommelig en authentiek.
De samenzang en gebroederlijke gitaarpartijen van Hundred Year Flood à la de Drive-By Truckers zijn als een ijsje op een zomerse dag. Jammer dat de gedreven band zit opgescheept met matige liedjes en een hinderlijke zangeres die beter is in het aansmeren van cd's. Deze dominante dame kan met haar tamboerijn en sambaballen beter op de markt gaan staan.
The Epstein is ook een vijftal, maar pakt veel verrassender uit. Bovendien zeuren deze Engelsen je niet de oren van de kop. De behoorlijk intense muziek die ze maken is een opeenstapeling van voornamelijk slepende gitaarrock in de trant van Neil Young en exotische surfmuziek. The Epstein dwingt tot luisteren, dat schept een band.
Booker T. [foto geheel boven], de tovenaar van de Hammond B3, is 47 jaar na 'Green Onions' nog steeds relevant. Vanavond speelt hij met onbekende doch vaardige muzikanten nieuwe nummers van Potato Hole, zijn plaat met Neil Young en de Drive-By Truckers. Soul die rockt dus. Eenmaal zingt Booker een bluessong, Albert Kings 'Born under a Bad Sign', een unicum. Daarna mag het orgel weer ronken. De goede man loopt flink uit op het tijdschema, maar gelukkig steekt niemand van de organisatie een vingertje op.
De gospelzangers die Jim Byrnes heeft meegenomen heten The Sojourners en zij stelen de show met hun goddelijke stemmen en onberispelijke pakken. De goeiige Byrnes is daardoor zelf een beetje een bijzaak geworden.
De grootste slager van de blues is Joe Bonamassa. Mensen staan opeengestapeld in deuropeningen om een glimp op te vangen van de macho met zonnebril. Bonamassa pakt uit met een bigband met blazers. Een nummertje in zijn uppie op akoestische gitaar maakt hem de Rambo van de blues. En als de motorrijdervereniging nog niet genoeg gitaarsolo's heeft gehoord, kan ze meteen doorlopen naar Simon McBride of Julian Sas, die dezelfde clichématige, door Jimi Hendrix beïnvloede bluesrock maken. Blues, omdat het moet.
Angela Desvaux & The Mighty Ship bieden een kleine frisse oase in de woestenij van blues. Desvaux is een ontwapenende verschijning en haar liedjes zijn prettig compact en scherp. Een covertje van The Pretenders verraadt dat de frêle Canadese en haar studentikoze begeleiders andere bronnen dan de blues hebben. Fijn optreden.
James Hunter [foto boven] is een gentleman en zijn muziek is net als zijn voorkomen keurig verzorgd. Hunter maakt soulpop volgens het boekje en oude meesters als Sam Cooke. Er is weinig aan te merken op de prima band en de zaal heupwiegt mee op de gemakkelijk in het gehoor liggende retropop. Toch klinkt Hunter zoetsappig en zou hij wat ruigs kunnen gebruiken om zijn gladde muziek minder saai te maken.
Het Canadese viertal Po' Girl geeft één van de leukste optredens van de avond en lijkt zo uit de straten van New Orleans te zijn weggelopen. De band speelt lome roots die knipoogt naar jazz en gospel. Gortdroge drums, banjo's en onorthodoxe instrumenten als klarinet en accordeon vinden elkaar in even kleine als ontroerend mooie liedjes. Frontvrouw Allison Russell heeft een geweldige stem en zingt je het kippenvel op de armen. De band straalt van plezier over de respons uit de enthousiaste zaal.
De ingetogen klanken van Po' Girl worden overstemd door Slim Cessna's Auto Club [foto links], de hardste en vreemdste band van de avond die de gotische folk van 16 Horsepower combineert met wilde rodeopunk. Door het slecht afgestelde geluid klinkt de band rommelig en lijken de liedjes erg op elkaar. Slim Cessna draait om het homo-erotische theater van de twee frontmannen. Het is de vraag of deze 'Brokeback Mountain voor punkers' meer om het lijf heeft dan het pesten van homofobe rednecks. Vanavond komen ze ermee weg, omdat ze het festival wakker schudden met humor en decibellen.
Er is gelukkig altijd meer dan blues te beleven op dit festival. Zoals de lieve folksongs van tortelduifjes Sarah Lee Guthrie & Johnny Iron en de gemoedelijke truckercountry van Dale Watson & His Lone Stars. Eleni Mandell is een buitenbeentje. Om twee uur speelt de schuchtere zangeres in een kleurrijke mini-jurk. Haar band maakt onschuldige popmuziek in sneltreinvaart en Mandells dromerige stem kan nog maar weinig mensen wakker houden. Toch is haar muziek bijzonder, omdat die even iets totaal anders is dan de boze mannenmuziek die bijna de hele avond klinkt.
Of het vanwege de griep uit hun land is blijft onvermeld, maar de rubberen fantasiemaskers waarmee Los Straightjackets zich tooien zien er strak uit. Net als de gelijke kostuums en gitaren. Samen met de omvangrijke rockabilly Big Sandy smijten ze rond drie uur 's nachts de ene na de andere klassieker de zaal in. Spaanstalige versies van The Sonics en The Kinks en keiharde Mexicaanse surfmuziek maken het festival helemaal af.
Fotos uit het KindaMuzik archief. Booker T. en Slim Cessna's Auto Club door Jelmer de Haas, James Hunter door Renate Beense.
http://www.kindamuzik.net/live/rhythm-blues-night/rhythm-blues-night-2009/18547/
Meer Rhythm & Blues Night op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/rhythm-blues-night
Deel dit artikel: