Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Al voor de deur van 013 valt het op: in de rij wordt naast Nederlands ook Italiaans en Duits gepraat. Dat is dan alleen nog maar de rij voor de gastenlijst. De elfde editie van Roadburn is uitverkocht en de kaartjes zijn blijkbaar bepaald niet alleen naar Nederlanders gegaan. Het geeft het festival een gemoedelijke en vooral gemêleerde sfeer. 013 staat vol met bierbuikige mannen van in de vijftig in Hawkwind T-shirtjes, hippe jongeren, stonede Belgen en vriendelijke Zweden.
Doordat het festival is uitverkocht, is het passen en meten om een band te kunnen bekijken. Zo staat bij aanvang van het festival de kleine zaal al vol. Daar opent het Zweedse Witchcraft het bal. Bassist Ola Henriksson heeft een sticker van Pentagram op zijn basgitaar geplakt. Deze legendarische doommetalband is dan ook onlosmakelijk verbonden met het geluid van Witchcraft: old skool doom metal van hoog niveau, met de juiste sfeer en presentatie. Aangename hekserij dus van deze sympathieke en collegiale Vikingen. Zanger/gitarist Magnus Pelander attendeert het publiek er namelijk op dat tijdens hun show hun landgenoten van Abramis Brama in de Bat Cave aanvangen met hun optreden. Respect!
Dat relatief onbekende Abramis Brama mag zich verheugen in een mudvolle Bat Cave, waardoor veel nieuwsgierigen geen plaats meer hebben in de zaal en afdruipen om zich een plaatsje in een andere zaal te verzekeren. Voor diegenen die het concert wel zien, zijn de Zweden een verrassing. De energieke stonerrock met jazzachtige uitspattingen doet denken aan een versmelting van Clutch en Atomic Bitchwax. Het spelplezier spat van het podium.
Ondertussen maakt Solace in de kleine zaal een valse start vanwege problemen met de basversterker. De Amerikanen revancheren zich echter ijzersterk in het verloop van de set. De hele voorgeschiedenis van deze band met betrekking tot Roadburn indachtig (het heeft organisator Walter Hoeijmakers ontzettend veel moeite gekost deze band op het podium te krijgen) levert dat het eerste magische moment van vandaag op. Eén van de gitaristen heeft wel wat weg van Hoya, de bassist van Madball, maar dan met lang haar. Solace is eigenlijk hardcore voor headbangers, met de groove een paar versnellingen lager. Een gastoptreden van zanger Ben Ward van Orange Goblin (zie verderop) illustreert de verbondenheid van beide bands.
Ook al stond elke zaal vol, voor Bevis Frond was de Grote Zaal toch een maatje te groot. Onwennig stond de band op het podium en ook al had de band drie gitaristen, het geluid werd nooit echt spannend. Dat kwam mede door de matte presentatie van de band en de weinig interessante nummers.
Veel mensen plaatsten op voorhand vraagtekens bij het feit dat The Heads in de kleine Bat Cave stonden geprogrammeerd. Helaas bleek deze verwondering niet geheel onterecht. De veel te kleine ruimte barst bijkans uit zijn voegen bij de show van dit gezelschap uit Bristol. The Heads hebben een authentiek geluid en met de bezwerende projecties op de achtergrond waan je je direct een aantal jaren terug in de tijd. Met andere woorden: The Heads hebben in de loop der tijd niets aan kracht ingeboet.
Even op adem komen. In de koele gang van de Bat Cave naar de Grote Zaal hangen de fraaie concertposters van Malleus Rock Art Lab (twee ervan staan hierbij afgedrukt). De handgemaakte en in gelimiteerde oplage gezeefdrukte posters ademen de rock-´n-rollsfeer van een Frank Kozik, vermengd met de jugendstil van Gustave Klimt. Een leuke afwisseling tussen al het geweld van de bands in de verschillende zalen.
Alhoewel, geweld… Dan ben je bij de hippies van Ozric Tentacles aan het verkeerde adres. Je houdt ervan of je haat ze. Er is eigenlijk geen tussenweg voor deze Britse band. Toch valt hij niet in een hokje te plaatsen. De band laveert tussen zweverige psychedelica, rock, dub, ambient en elektronica. Pinkpop plaatste de Tentacles in 1998 naast reggaeband Zion Train; Roadburn zet ze temidden van rockbands. Daar passen ze als rustpunt ook goed tussen. De tegen new age aanhangende zweverigheid was echter voor KindaMuzik iets teveel. Misschien ook waren uw verslaggevers iets te nuchter. Weer snel naar de kleine zaal.
Gooien met bier en zelfs een bescheiden moshpit vooraan het podium zijn geen taferelen die je direct verwacht tijdens een show van Brant Bjork. Misschien ligt het aan zijn uiterlijk, dat in de verte doet denken aan dat van Bennie Jolink van Normaal; zijn muziek heeft niets met dit soort feestrock te maken. Het is nog immer lekker loom grooven op de relaxte riffs waarmee Bjork en zijn Bros in de kleine zaal voor een unieke sfeer zorgt. Brant Bjork blijft een klasse apart.
Ufomammut bouwt ondertussen in de Bat Cave een zwaar psychedelisch feestje, met vervormde zang, vloeistofdia's en dikke geluidsmuren als ingrediënten. Dan komen de feestgangers vanzelf. Al snel staat de Bat Cave vol en wordt goedkeurend met hoofdknikken de maat gehouden.
Muzikaal gezien heeft Orange Goblin vergeleken met diverse andere bands van vanavond weinig om het lijf, maar gelukkig weet zanger Ben Ward dit zoals gebruikelijk te compenseren. Ook in letterlijke zin, want met z’n ruim twee meter lengte, zijn lange haar, flinke baard en dito bierbuik vormt hij een verschijning waar je niet omheen kunt. Met consequent een blik gerstenat in de aanslag spoort hij het publiek aan om er vooral een flink feest van te maken. Wie durft hem tegen te spreken? De effectieve groove die de rest van de band creëert, doet de rest.
Na jaren is het Roadburn-opperhoofd Walter Hoeijmakers dan eindelijk gelukt zijn favoriete band naar zijn festival te halen: Hawkwind staat op Roadburn 2006. Het levert een propvolle grote zaal op, die voor een flink deel is gevuld met oude hippies in tie-dye shirts. Voor het deel van het publiek dat niet onvoorwaardelijk fan is en groot is geworden op Kyuss en Monster Magnet is het een bizarre ervaring. Hawkwind-voorman David Brock op zijn beurt heeft ontdekt dat er ook een ander genre bestaat waarin mensen op veel drugs op repetitieve muziek zichzelf in trance dansen. Alleen is Brock geen tweede Jeff Mills of zelfs maar een Tiësto. Op andere momenten grijpt Hawkwind terug op haar glorieuze verleden, waardoor het concert bestaat uit een bizarre mix van songfestival eurodisco en massieve psychedelische rock. Daar dansen dan ook nog eens twee elfjes en een duivel in 1988 neonkleuren doorheen. De neutrale toeschouwer krijgt zo een concert te zien dat altijd vermakelijk is, maar slechts gedeeltelijk geslaagd mag worden genoemd.
De afkoeling na Hawkwind wordt verzorgd door het Engelse Gorilla. Dit blijkt een wat meer Sabbath-geörienteerde versie van Fu Manchu te zijn, maar ook in een vettere versie gaat het houterige machowerk snel vervelen. Daar kunnen zelfs de perfecte 'windmolens' van de zanger/gitarist niks aan veranderen. 013 loopt dan ook vrij snel leeg.
Met dank aan Gijs van de Burgt.
» Bezoek de Malleus Rock Art Lab website
http://www.kindamuzik.net/live/roadburn/roadburn-elfde-editie/12668/
Meer Roadburn op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/roadburn
Deel dit artikel: