Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Het festival in nauwelijks geen tijd uitverkocht (80.000 tickets!), op Kelis na amper annulaties en onberispelijke weergoden: Rock Werchter 2006 begon onder een zo gunstig mogelijk gesternte. Het lot van de festivalganger lag de eerste dag dus volledig in de handen van de artiesten. Dat leek bij sommigen zwaarder te torsen dan verwacht.
Als festivalopener genereer je geheid extra media-aandacht en die eer is dit jaar weggelegd voor Matisyahu. Als de graatmagere Jood (né Matthew Miller) – die er even rock-‘n-roll uitziet als een gegrilde garnaal – het hoofdpodium betreedt, worden de spliffs iets steviger tussen de lippen geklemd, duim en wijsvinger gaan simultaan de lucht in. De Amerikaanse staatsburger bestiert een gezwinde mix van dancehall, reggae en dub en kan ook als human beatbox aardig uit de voeten. Leuk voor even, maar met amper één plaat onder de arm krijgt de man het naderhand toch knap lastig om de volledige set te blijven boeien.
Als de late middag als een betonblok over Werchter valt, vangen dorpsbewoners en oogstende boeren een klaaglijk gehuil op. Passerende festivalgangers stellen panikerende bejaarden gerust: “het is slechts Chino Moreno met zijn typerende zanggeluid.” De Deftones zijn in het land en dat is eraan te horen. De grondleggers der nu-metal tonen aan dat dit vermaledijde genre niet altijd kommer en kwel is geweest door een sterke en doorleefde set te spelen. Punten om te onthouden: een vette versie van ‘My Own Summer’, een fout gouden kettinkje en het ultieme bewijs dat bierbuikjes opnieuw ‘in’ zijn.
Op het uiterlijk van het Noorse combo Kaizers Orchestra valt minder aan te merken. Toch hadden we niet graag in de schoenen van toetsenist Helge Risa (oftewel Mink Kaizer) gestaan, die in deze quasi ongeoorloofde hitte nog een gasmasker op de tronie moet trotseren. Ook de als Elvis vermomde roadie komt gewoontegetrouw de boel opmonteren, maar het is vooral muzikaal dat het octet haar slag thuis haalt. Akkoord, er was weinig variatie op een eerdere Pukkelpop-passage, maar de zwierige hoempadeunen van deze mannen werken nog steeds zo aanstekelijk dat ze zelfs een melaatse aan het pogoën krijgen.
Na de feestelijke doortocht van de Vikingen vult de Pyramid Marquee zich met horden jonge meisjes, klaar om hun idolen (inderdaad, het kan verkeren) van Death Cab For Cutie op een gilconcert te trakteren. De jonge barden van Death Cab For Cutie laten zich deze aandacht met een gespeelde nonchalance welgevallen en zetten een netjes voorbereide show neer. Hun easy-listening popliedjes hebben veel weg van Keane en dat is geen compliment. Death Cab For Cutie scoort hoog op de kampvuurschaal. Het meezinggehalte is dan ook navenant. Ondanks de verwoede pogingen van Benjamin Gibbard en de zijnen om spontaan en jammend (er wordt zelfs een extra drum aangesleept waarop Gibbard zijn overtollige energie kan uitwerken) over te komen, blinken ze vooral uit in middelmatige saaiheid. Enig plusje: Death Cab For Cutie een volkomen ongevaarlijke vluchtheuvel voor wie de dreigende klanken van Tool niet aankan.
De metalvrienden van Maynard James Keenan zorgen meteen ook voor een zeldzaam hoogtepunt op de eerste festivaldag. Tool kent op vlak van populariteit heden ten dage nauwelijks zijn gelijke en bewees op het hoofdpodium uitdrukkelijk waarom. De set (met ‘Sober’, ‘Lateralus’ en ‘Aenema’ als prijsbeesten) knalt als een boemering pardoes in je gezicht en zit zo strak om de lenden dat de ademhaling er prompt door verstoord wordt. De aan flarden gereten trommelvliezen neem je bijgevolg ook maar voor lief. Natuurlijk waren de alweer onnavolgbare visuals beter tot hun recht gekomen in het duister, maar Tool bewijst op Werchter nogmaals van erg goeden muzikale huize te zijn. Als toetje geeft Keenan - die zich het hele concert lang ergens achterin het podium verschanst - nog mee dat de groep in november terugkeert, waarvan akte!
Wie past er beter in de hitte dan Manu Chao [foto links] en zijn zonnige, uit halfnaakte dikkerds opgetrokken soundsysteem? Niemand! De vrolijke Fransman met uitvalsbasis in Barcelona doet zijn feestreputatie eer aan en laat een mix van reggae, ska en poppy deuntjes op de wei los. Het publiek zet het juichend op een dansen, terwijl de zon achter de bomen verdwijnt. Op een festival dient men het volk van dienst te zijn, dat is geweten, maar te veel van hetzelfde is – ook in festivaltermen – teveel. Na enkele nummers wordt duidelijk dat Chao altijd volgens hetzelfde principe tewerk gaat: hij begint met een relaxed melodietje, dat steevast een op hol geslagen ska-behandeling krijgt, waarna het tot een gezapig einde wordt gebracht. Het is misschien moeilijk te geloven, maar ook “hip hip hip” roepen, gaat op de duur vervelen. Bovendien verschilt de set van Manu Chao Radio Bemba Sound System amper van hetgeen de zotskappen in 2001 op dezelfde weide bewerkstelligden. Trouwens, is er anno 2006 überhaupt iemand die Bushbashing nog trendy en gedurfd vindt?
Reggae daarentegen lijkt op festivalweides met de dag hipper te worden. Wie er dan ook nog eens in slaagt een Marley op de affiche te zetten, heeft al zeker de schaapjes op het droge. Dat was bij Damian ‘Jr Gong’ Marley niet anders. De jongste spruit uit het kroostrijke gezin mag zijn vader (moeder is Miss World 1976 Cindy Breakspeare) dan nauwelijks gekend hebben, de muziek (een potpourri van reggae, dancehall en enkele snuifjes pop) en de dreadlocks spreken boekdelen. We horen gesamplede bijdragen van Haile Selasse en Marcus Garvey, zien het skankende publiek uit hun dak gaan bij ‘War’ en ‘Exodus’, terwijl ook Gongs eigen songs als ‘No More Trouble’ en ‘Move!’ in de bomvolle Marquee het gewenste effect sorteren.
Mike Skinner en zijn homies hebben de pech lijnrecht tegenover de Red Hot Chili Peppers geprogrammeerd te staan. Een gebrek aan publiek is dan ook het trieste lot van The Streets. Skinner en zijn co-MC Fat Leo laten dat echter niet aan hun hart komen en overtuigen de Marqueebezoekers om gezellig in de tent te blijven staan. Om het leed enigszins te verzachten fraseert Skinner flarden uit ‘Give It Away’ – het refrein wordt echter op een dreinerige toon herhaald – en meet hij ook Pussycat Dolls en Arctic Monkeus een Streetsjasje aan. Verder spreekt Skinner zijn fans persoonlijk aan, maant hij iedereen aan te gaan zitten en dan weer recht te springen en houdt hij dialoogjes met dikke Leo. Aardig, zeker in combinatie met opgefokte versies van ' When You Wasn’t Famous' en 'Let’s Push Things Forward'. De ballads halen net helaas de vaart uit de set en het geheel heeft iets eentonigs. Zélfs wanneer Fat Leo zich in een bokstenue hult en bas probeert te spelen.
Ook voor de Red Hot Chili Peppers [eerste foto en foto rechts] zijn de verwachtingen hooggespannen. Niet onlogisch, het Californische viertal behoort zelfs na een turbulente carrière van twee decennia tot de heetste acts van het moment. Hoezeer we ook onder de indruk zijn van het imposante oeuvre van de Peppers, festivalgewijs wisten ze ons tot dusver nooit te bekoren. Een veeg teken? Volmondig ja, want ook nu wordt het publiek op gemengde gevoelens getrakteerd. Met een overweldigend ‘Can’t Stop’ schieten Kiedis & co nochtans zo zwierig uit de startblokken dat ze zelfs 100 meter-coryfee Asafa Powell het lood in de benen slaan. Ook ‘Dani California’ en ‘Scar Tissue’ zetten het vizier op scherp, maar gaandeweg wordt de greep op het concert prijsgegeven.
De songkeuze is één ding: vreemd genoeg wordt er naast een half dozijn nieuw materiaal uit Stadium Arcadium geopteerd voor onder meer ‘Fortune Faded’, ‘Don’t Forget Me’ en ‘Right on Time’. Niet meteen de meest onvergetelijke Peppers-nummers en wanneer ze die wel voor de leeuwen gooien (‘Californication’, ‘Me & My Friends’), lijkt het heilige vuur nog slechts een verwaarloosbaar waakvlammetje.
Valt verder amper te negeren: een Anthony Kiedis die duidelijk not amused is. Eén en ander mag toegeschreven worden aan zijn – duidelijk hoorbaar – zwaar vermoeide stembanden, maar dat kan toch nooit de reden geweest zijn dat er tussen de nummers door zo lang getreuzeld wordt? Ander opvallend feit is dat Kiedis John Frusciante plots iets in het oor fluistert en het podium verlaat. Frusciante stapt vervolgens toe op Flea en éénmaal Kiedis terug op de bühne staan ze met hun drieën minutenlang te palaveren.
Helemaal lachwekkend wordt het als Kiedis vervolgens openbaart dat er één en ander uitgeklaard diende te worden betreffende de setlist en de tijdslimiet de groep als een touw om de hals knelt. Kan gebeuren, maar of dat de werkelijke oorzaak van het dispuut was? Waarom dan vervolgens een hemeltergend lange versie van ‘By The Way’ aanheffen, zich ergens halfweg vergrijpen aan je reinste egotripperij (een handvol minuten durende improvisatie tussen Flea en Frusciante) en tussen de bedrijven door nog eens de helden van Led Zeppelin en The Clash salueren?
Kortom, een erg ontgoochelend en chaotisch concert van de Red Hot Chili Peppers die, akkoord, niet in de val van de routine trapten, maar dermate nonchalant met de aangereikte mogelijkheden omsprongen dat het potsierlijk werd. Toch één moment dat in het geheugen gegrift staat: een wonderbaarlijk mooie solo-uitvoering van ‘How Deep Is Your Love?’ (van The Bee Gees nota bene) door John Frusicante. Veelbetekenend inderdaad, maar wie durft nogmaals beweren dat dit rastalent niet kan zingen?
Niemand die het vooraf durft te verhopen, mààr het concert (of was het circus?) van de dag mocht op conto van Black Eyed Peas [foto's hierboven en rechts] geschreven worden. Over het commerciële aspect van deze act kan gediscussieerd worden, maar op de entertainmentschaal bereiken ze ongekende hoogtes. Verkleedpartijen, toneelstukjes, duizelingwekkende choreografieën: bij de Black Eyed Peas zitten ze werkelijk om niks verlegen. De jukebox met greatest hits draait op volle toeren en dan hebben we nog met geen woord gerept over de factor Fergie. Zeggen dat de zangeres er fascinerend uitzag is een understatement van jewelste en natuurlijk heeft ze elke beweging, knippoog of uitdagende blik perfect ingestudeerd. Het (overwegend erg jonge) publiek smult de krentenpap met gouden lepeltjes en geeft Black Eyed Peas een vrijgeleide voor een erg amusante en onderhoudende performance.
Muzikale fijnproevers hadden bij Fergie en haar slaafse trawanten niks te zoeken, maar dat hadden ze in het verleden met Faithless en Robbie Williams ook niet. Om maar te zeggen: 'Rock' Werchter is toegankelijk geworden voor iedereen!
http://www.kindamuzik.net/live/rock-werchter/rock-werchter-dag-1/13327/
Meer Rock Werchter op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/rock-werchter
Deel dit artikel: