Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Je zou het een soort 'schrikkeleditie' kunnen noemen, deze vijftiende aflevering van het Amsterdamse Sonic Acts, een festival dat de grenzen opzoekt in kunst, muziek en wetenschap. Het vaste tweejaarlijkse stramien wordt losgelaten voor 2013. Onder de thematische titel The Dark Universe wordt het onbekende en het wellicht onkenbare in de spotlights geplaatst. Naast de puike organisatie en productie ligt de kracht van Sonic Acts in de brede visie op het thema. Hierdoor waart de bezoeker niet als een blinde rond door een ondoorgrondelijk doolhof, al is het soms met een nachtkijker zoeken naar lichtpunten in een bomvolle programmering.
De monumentale trap van het Stedelijk Museum is ongemoeid gelaten bij de verbouwing. Hij ligt nu weliswaar een beetje ongelukkig ten opzichte van de normale loop, maar maakt - dankzij het fenomenale lichtkunstwerk dat Dan Flavin speciaal voor deze locatie ontwierp - een statige indruk. Het is natuurlijk ook het centrale punt waarop zalen met de belangrijkste kunstwerken uitkomen. Hier hebben twaalf geluidkunstenaars, onder wie BJ Nilsen, Franz Pomassl, Jana Winderen en JG Thirlwell enige dagen gebivakkeerd. Ze lieten het gebouw op zich inwerken en kregen van groepsleider CM von Hausswolff ieder een deel van het hoorbare frequentiegebied toegewezen. Daarbinnen maakte ieder zijn of haar eigen werk en samen vormen die delen een generatieve 'symfonie' onder de naam freq_out 9 [bovenste foto].
Galmhal
Het is druk op de openingsavond en veel genodigden en festivalbezoekers verdringen zich dan ook op de rondgang langs de trap en in het aanpalende café. De zacht zoemende en naar drone-achtige ambient neigende composities delven grotendeels het onderspit in de galmende hal, die gevuld wordt door kakelend openingspubliek dat meer oog en oor heeft voor het sociale samenzijn dan voor het geluidskunstwerk. Vlak voor sluitingstijd is de drom mensen uitgedund en valt op te maken wat de twaalf gemaakt hebben. De een kiest voor een langgerekte compositie die uiteindelijk weer uitkomt bij het beginpunt en de ander neemt zeer korte pulsen van hoge tonen op die in snelle, repeterende loops de revue passeren. Daartussen waart ruis en donderend geraas uit de laagste regionen rond. Dat de twaalf delen lichtelijk onvoorspelbaar verschuiven ten opzichte van elkaar, geeft het freq_out 9-werk een ongrijpbare allure die intrigeert en fascineert tot op het punt dat je er veel langer in zou willen blijven vertoeven. Wellicht zul je de constituerende delen, hun verhoudingen en samenhang nooit totaal doorgronden, maar het was zeker fraai geweest als de moeite van het twaalftal beloond was met een langere uitvoeringsduur dan alleen tijdens de opening.
Wie Sonic Acts helemaal doorloopt, tekent overdag present bij de lezingen in De Balie en springt tussendoor even op de fiets om langs te gaan in NASA, waar de festivalexpositie met verstilde, soms overrompelende en dan weer wetenschappelijke of juist meditatief-associatieve kunstwerken de mogelijkheden en onmogelijkheden van zintuiglijke waarneming uitdaagt.
The Spectral Bliss
De eerste volledige dag aan conferenties en optredens/performances wordt afgerond in Paradiso. Daar wacht onder de noemer The Spectral Bliss [foto hierboven] een programma vol geluid en beeld. Ook hier staat het manipuleren en aftasten van de zintuigen in (kleurrijk) beeld en vibratie of geluid centraal. Aan het begin van de avond wordt een en ander in film gevangen door Joost Rekveld en William Raban. Patronen in gekleurd licht schuiven over het grote scherm en ondanks de pure abstractie van de vormen hebben de projecties een duidelijk raakvlak met de natuur. In beweging bijvoorbeeld, of door het glanzende oppervlak van een golvende zee terug te brengen tot stroken onderbroken wit licht en primaire kleuren. In de verduisterde Paradisozaal brengt het cinematografische licht de vraag aan de oppervlakte wat er minimaal nodig is aan 'input' om de sensatie van 'natuur' weer te geven. Uit de werken doemt een antwoord op dat neerkomt op: zeer weinig. Maar daarmee is het wel uitermate effectief, ergens zijn Paul Klee of Piet Mondriaan nooit ver weg.
De installatie voor drie filmprojectoren van Nenad Popov & Klara Ravat die gedurende de hele avond in de Bovenzaal te zien is, maakt natuurlijke, levende processen zichtbaar. Eucariotic Punk toont op één scherm drie vlakken die krioelen van visuele accenten. Ze verschijnen doordat op het celluloid dat door de projectoren getrokken wordt levende bacterie- en schimmelculturen aanwezig zijn die hun sporen nalaten. Hoewel de afspeelsnelheid te hoog is om het veranderen van de culturen te kunnen waarnemen, dringt de levende grondslag van het getoonde beeld zich op de voorgrond op een manier die aan de beeldtaal van Antoni Tàpies doet denken.
Bastard Structures II van de Britten Tim Wright & Theo Burt stellen een scherm op in de vorm van een haakse hoek. Hierop verschijnen overweldigende stroboscopische projecties waarin basale geometrische vormen afgewisseld worden met 'niets'. De naschijn van de vormen, gekoppeld aan de knetterende lichtintensiteit, werkt desoriënterend en speelt een sluw spel met het oog. Wat je denkt te zien, is namelijk vaak al van het scherm verdwenen. De soundtrack - snaarstrakke digitale geluiden die rechtstreeks uit de Raster-Notoncatalogus lijken te komen - loopt perfect synchroon met het beeld. De performance ontbeert echter narratief en spanningsopbouw. Hoewel de losse fragmenten (soms veel te kort) hinten aan een overweldigende totaalervaring, komen ze nooit samen en daarom reiken ze zelfs niet naar een subliem moment. Bastard Structures II blijft te veel hangen in een briljant trucje en naar het zich laat aanzien, zal een doorontwikkelde versie met regie danig meer indruk maken.
Kosmisch noise-bombardement
Ronduit teleurstellend is de afdaling in de retrokrochten van de audiovisuele presentatie die Rose Kallal biedt. Kan over een zeer groot deel van het Sonic Acts-programma met recht gezegd worden dat dit nergens anders voorgeschoteld wordt, deze niet eens veredelde vloeistofdia-achtige vormen doen vooral aan de jaren zestig en zeventig denken. Maar dan moet je wel in de geestestoestand zijn die waarschijnlijk nodig is om het zogenaamd 'magische' lijn- en kleuroefeningetje 'helemaal te wauw' te vinden. Deze lucide momenten uit het verleden hadden ook in een donker kistje opgeborgen kunnen blijven. Nu geven ze nuchtere bezoekers juist een aanzet tot het aangaan van een avontuurlijke reis naar de eventueel door drugs te ontginnen regionen van de psyche.
Makino Takashi overweldigt in 3D met een kosmisch noise-bombardement dat de toeschouwer tijd en ruimte dusdanig doet loslaten dat hij de inverse weet te bewerkstelligen van 'horen en zien dat je vergaat'. Takashi wekt juist een staat op van verhoogde attentie waarin het opvallend goed toeven is, ondanks de immense hoeveelheid aan licht- en geluidsinformatie die het brein te verstouwen krijgt. Wat rustiger gaat het eraan toe bij het Synchronator Orchestra [foto hierboven]. Zes geluidskunstenaars, onder wie Gert-Jan Prins, Justin Bennett en Tina Frank, zijn gekoppeld aan de synchronator. Dit apparaat zet hun audiosignalen om in de drie basiskleuren waaruit video is opgebouwd. Het resultaat verschijnt op televisieschermen achter het gezelschap. De een werkt puur met noise of field recordings, terwijl een ander met geluid een bepaald beeld schept. Het levert een schouwspel op dat in klank en beeld diversiteit tentoonspreidt en bevraagt of wat je ziet ook hoorbaar is, en zo ja: hoe? Of andersom: hoe bekend geluid tot een bepaald beeld leidt. Als de zes meer op elkaar ingespeeld waren geweest, had het ensemble meer uit het gezamenlijk geproduceerde geluid en uit het gepresenteerde beeld kunnen halen. Ook hier blijft het 'foefje' nog wat te veel op de voorgrond, al is het experiment nu zeker al presentabel als performance.
The Nuclear Sublime
Kernreacties en -explosies kun je zien (en horen) als een uiting van het ultieme in vernietigende kracht, maar ook als het sublieme in pracht. De tweede festivalavond in Paradiso belicht de vele manieren waarop het nucleaire gegeven benaderd kan worden. Bijvoorbeeld in film, zoals Crossroads van Bruce Connor en de visuals die MFO presenteert bij Trinity. In laatstgenoemde voorstelling gaat het beeld een duet aan met de muziek van Biosphere en Lustmord. Geïnspireerd door de nucleaire testlocaties in de woestijn van New Mexico mengen de heren field recordings, knarsende noise, dreigende drones en opvallend subtiele melodieën tot een amalgaam dat verontrust en ook meevoert. Gedrieën raken ze zowel aan de wetenschappelijke prestaties en opwinding die ten grondslag liggen aan nucleaire wapenkunde als aan de ongelofelijke gevaren die ermee gepaard gaan, culminerend in de totale, vernietigende uitwerking van een kernexplosie. Jammer genoeg is de verhaallijn wel erg lineair van opzet. De bezoeker weet dat na aftasten, experimenteren en testen uiteindelijk de knop ingedrukt wordt, waarop de explosie volgt en uiteindelijk het grote niets. Dat zie je, dat hoor je, maar juist omdat beeld en geluid naadloos op elkaar aansluiten en niet voor een verrassing zorgen, blijft een nieuwe, originele visie op bekende historische gegevens uit. Wat resteert, is een soundtrack met film van bijzonder hoge klasse. Het sublieme blijft echter in nevelen gehuld, vooral daar waar gebruik gemaakt wordt van platitudes als geigertellergeklik en luchtalarmbellen.
De massieve noise en in zwart-wit flikkerende, abstracte figuren die ogenschijnlijk door het luchtledige buitelen in Experimentation for DATA-Material van Yousuke Fuyama [foto hierboven] lijken invulling te geven aan de beleving van een wervelstorm. Het is hier echter geen natuurverschijnsel, maar een vortex aan (elektronische) data. In die informatie kun je patronen ontwaren met daarin structuren die opdoemen, weer verdwijnen of onderling nieuwe dwarsverbanden aangaan. Wat zwart is kan in een oogwenk wit worden en omgekeerd. De data-flux vindt zijn evenknie qua klank in een dik pakket noise dat aanzwelt en wegebt. Zo nu en dan biedt het een opening tot ontwarring en tenslotte mondt alles uit in een orkaan aan lawaai. Fuyama ontbeert de filigraan-brille van Ryoji Ikeda's datamanipulatie, vooral de uitvoering van de visuals is niet buitengewoon scherp. Muzikaal gezien moet hij zijn meerdere erkennen in noise-toppers als Merzbow en zelfs harsh-noise-wall-artiesten, die een overkill wel weten te vangen in vlijmscherp materiaal met impact. Door het net-niet hinken op zelf én beeld én geluid produceren, blijft de mokerslag uit, hetgeen de voorstelling een zekere mate van vrijblijvendheid geeft en dat zal niet de bedoeling zijn geweest.
Rommelige poging
Hoewel de performance van Maja S.K. Ratkje & HC Gilje aangekondigd is als hoogtepunt van het festival en in diverse kunstmedia een revelatie wordt genoemd, stelt deze nogal teleur. De lichtbeelden van Gilje liggen in lijn met de van hem te verwachten klasse, wat ook zichtbaar was bij de expositie en tijdens eerdere afleveringen van Sonic Acts. De noise die Ratkje produceert door haar stem met een veelheid aan elektronica te bewerken, is te fragmentarisch om vervoering op te wekken en neigt bij vlagen zelfs naar een rommelige poging om eens te kijken wat een of ander apparaat aan effect teweeg kan brengen. In deze chanting is dan ook slechts met veel pijn en moeite een vonk te ontwaren die een beginnende verkenning vormt van oorden die niet meteen saai, tenenkrommend en irritant zijn.
In de nacht is het aan het Sonic Dread-programma om ook de dansminnende bezoekers te bedienen. Dat lukt wonderwel gezien de fiks toegenomen opkomst na de avondvoorstellingen. Dead Fader, Loops Haunt, The Bug: de line-up is er dan ook naar en ratelende beats, glitches en subbassen strijden om de aandacht. Vroeg in de nacht is het aan de Fin Mika Vainio om te tekenen voor één van de absolute hoogtepunten van deze editie. In een gloednieuwe set presenteert hij een staalkaart van zijn sonische kunnen. Dit blinkt uit in analoge warmte en digitale precisie. Hij manipuleert extreem diepe tonen en hoge frequenties tot een mix waarin soms een aanzet tot een beat te herkennen is. Heeft hij dat in de smiezen dan maait Vainio het fundament onder zijn werkstuk - en daarmee ook onder je voeten - vandaan met immense golven aan sublaag of hectische tempowisselingen, waaraan zo nu en dan nauwelijks een touw vast te knopen is. Het is minder kil minimalistisch dan ander werk van hem en Vainio gebruikt het volledige geluidspectrum meesterlijk. Net als op zijn fenomenale Black Telephone of Matter is de dollemansrit net genoeg te verhapstukken om het spoor niet volledig kwijt te raken en bovendien is het bloedstollend enerverend. Er schijnt weliswaar weinig licht in 's mans universum, maar duister doen om het duister doen, is aan hem zeker niet besteed. Daar waar bij ons de ruimte overgaat in deep space, huist de klank van Mika Vainio en de roep om meer die na afloop klinkt, is dan ook allerminst misplaatst. De Fin geeft een kijkje in de waarlijk sublieme donkerte en dat smaakt naar meer.
Radio
Aan Edwin van der Heide en Jan-Peter E.R. Sonntag de eer om Sonic Acts XV af te sluiten. Dat doen de twee met Rundfunk Empfangssaal. Daarmee keren zij de radiozaal binnenstebuiten. Denk bijvoorbeeld aan het Funkhaus in Berlijn. Die werd gebouwd om een orkest zo goed mogelijk te kunnen opnemen, met het oog op radio-uitzendingen. Dit duo gebruikt de Vondelkerk als ontvangstruimte van radiosignalen (veelal van extreem lange golf) die door het gebouw gaan. Zij sonificeren die signalen en componeren - geholpen door een aantal grote koperen cirkelantennes in de kerk en een hele grote dipoolantenne in het Vondelpark - live en direct wat ze oppikken. Radiogolven zijn overal, al neem je ze niet waar. Daartoe zijn onze menselijke zintuigen niet toereikend. De twee heren maken ze hoorbaar. Ook dat zie je niet en dus laat het op de grond gezeten publiek zich veelal met gesloten ogen zo'n kleine drie kwartier meeslepen. Het onzichtbare en ontastbare krijgt in de meesterlijke compositie, die bol staat van toevalstreffers en waarin de performers zelf ook volledig en soms zelf verbaasd opgaan, handen en voeten. Zozeer zelfs dat wat op zichzelf een puur technologisch gegeven en een kek experiment lijkt een emotionele laag krijgt. De toonzetting heeft iets weg van ambient, maar is nadrukkelijker aanwezig. Het dringt zich op en lijkt de lucht in de kerk zwanger te maken van een statische lading die hoe langer hoe meer het hele gewelf vult.
Van der Heide en Sonntag slagen er wonderwel in om onwillekeurig dichtbij te brengen wat onkenbaar (veraf) leek. Zij maken helemaal aan het eind van Sonic Acts XV bij wijze van groots en meeslepend uitroepteken duidelijk dat er achter de zicht-, voel- en hoorbare horizon veel in het verschiet ligt waaraan bijzonder veel plezier te beleven valt. Het aftasten van het grensgebied van het mogelijk waarneembare en het sonificeren of visualiseren van het onbekende of onkenbare is per definitie experimenteel van aard. Het feit dat Sonic Acts XV aan die proefnemingen een podium biedt (ook en vooral door een breed en diep lezingenprogramma), verdient blijvend applaus en ondersteuning. Alleen al omdat deze aflevering getoond heeft dat er nog veel terrein is dat pas net ontgonnen wordt en waar ongetwijfeld subliem werk uit zal voortkomen. De (nu al) fel stralende sterren uit de diepe duisternis dienen dankzij de spotlights van Sonic Act als lichtend voorbeeld.
Foto's in volgorde van opkomst van Pieter Kers, Ayako Nishibori, Konstantin Guz, Ed Jansen en Pieter Kers.
http://www.kindamuzik.net/live/sonic-acts-xi/the-dark-universe/23752/
Meer Sonic Acts op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/sonic-acts-xi
Deel dit artikel: