Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Industriële grond lijkt de perfecte voedingsbodem voor festivals die verder over de muzikale schutting kijken. In Rotterdam heb je Motel Mozaïque, in Tilburg Roadburn en Incubate en in Eindhoven STRP. Ook het Britse Birmingham is niet echt een stad die het moet hebben van zijn toeristische uitstraling. De leegstaande loodsen liggen er troosteloos bij en het centrum is omgeven door bouwputten. Maar ook hier zijn de oude fabrieksgebouwen het toneel voor een baanbrekend en eigenwijs festival.
Sinds 2003 is een oude puddingfabriek (The Custard Factory) de plek waar het Supersonic Festival plaatsvindt. The Custard Factory kan vergeleken worden met een knussere Strijp-S in Eindhoven. Ook hier komt de creatieve industrie samen in ateliers, winkeltjes en galeries. In samenwerking met deze bedrijfjes wordt er elk jaar een festival opgezet dat de vinger niet alleen ferm aan de pols van de toekomst heeft, maar ook zonder overdreven melancholie pioniers boekt. Daarnaast is er aandacht voor kunst, film en debat. Supersonic brengt met deze bonte mengeling aan disciplines het publiek in drie dagen tijd in een staat van verrassing, opwinding en creativiteit. Nergens wordt het belerend, vervelend of domweg te avant-gardistisch. Deze instelling lijkt direct uit de stad te komen: rauw, maar goudeerlijk.
Birmingham is daarnaast ook nog eens de geboortegrond van metal, zo wil Capsule (de organisatoren achter het Supersonic festival) met het project Home of Metal laten weten. Black Sabbath, Led Zeppelin, Judas Priest en het op vrijdag optredende Napalm Death komen allemaal uit 'Brum'. Zo ook Fukpig. De grindband met leden van Anaal Nathrakh laat een sterke indruk achter. De maniakale zanger met vliegenierskap ligt al snel in het publiek terwijl de rest van de band stug doorragt. En Napalm Death doet daar later nog een schepje bovenop met een thuiswedstrijd. En wedstrijd die ze dan ook grandioos winnen. Met dubbele cijfers.
Maar Supersonic is meer dan metal blijkt al uit de eerste dag. Necro Deathmort klinkt misschien wel als metal, maar de sfeervolle muziek, gemaakt door een gitarist en een laptopper zwabbert op een bizar organische manier tussen black metal, ambient, shoegaze, techno en zelfs hip hop. De opener van het festival is meteen een relevatie. Net als het Londense duo Gum Takes Tooth, dat piepende en krakende electronica mixt met een punkvibe. Als een ADHD-versie van Holy Fuck.
Ook op de tweede dag staat er een band uit Birmingham. Godflesh [foto hierboven] revancheert zich voor het rampzalige optreden op Hellfest met een show waar de furie vanaf spat. De band wordt na het optreden meteen aangekondigd voor het Roadburnfestival. En terecht. Het vuur is niet verdwenen uit de industrialpioniers.
Al eerder vielen King Midas Sound en Tweak Bird positief op. Die laatste begint nu met zijn rudimentaire stoner met saxofoon en curieuze hoge samenzang ook op het vasteland een gevolg te krijgen, en ook King Midas Sound mag met zijn sfeervolle reggae met ambient en dubstep op de radar van de avontuurlijke festivals. Over avontuurlijk gesproken: Melt Banana [foto rechts] heeft het avontuur opgezocht en begint de set als een electroduo. Het heeft niet dezelfde destructieve uitwerking als de noisecore van de complete band. Dus pas na een nummer of vijf is het echt headbangen. En lachen, want de aankondigingen van zangeres Yasuko Onuki en de negen nummers in drie minuten zijn hilarisch.
De laatste dag laat de terugkeer zien van nog een grootheid uit de alternatieve muziek. Swans doen het iets rustiger aan, en weten de set iets meer naar een climax op te bouwen. Het begint met een minutenlange feedback en klokkenspel, waarna de band een optreden weggeeft dat ietwat afstandelijk en aarzelend is. Ook omdat frontman Michael Gira met een lessenaar voor zijn neus staat te spelen. Pas wanneer hij zijn teksten goed mag declameren komt hij iets uit zijn schulp. Een goed, maar niet overweldigend optreden.
Hallogallo plays Neu! Music is dan iets overtuigender. Daar verwacht je namelijk geen echt contact met het publiek of uitzinnige muziek. De motoriek van de krautrockband wordt goed neergezet door drummer Steve Shelly (Sonic Youth) en bassist Aaron Mullan (Tall Firs). Daarover mag Neu!-oerlid Michael Rother vrijelijk en lekker ontspannen zijn meesterwerken bewerken, want echt in originele staat worden ze niet gespeeld.
Het Engelse Factory Floor en het Japanse Nisennenmondai [foto links] brengen dan de dosis pop in de line-up, beiden met jarentachtigdance die doet denken aan de hoogtijdagen van Factory. De Japanners waren de publieksfavorieten van vorig jaar en stellen nu ook niet teleur met een mix van New Order-basgitaar, Depeche Mode-synths en scherpe krautnoise. Factory Floor [bovenste foto] doet dan weer meer aan Throbbing Gristle of Gang Gang Dance denken, maar heeft met de afstandelijk mooie zangeres een troef in handen om hogerop te komen, en ook omdat New Orderdrummer Stephen Morris met de Londense band de studio is ingedoken. Andere uitschieters: de psychedelische folkrock van Voice of The Seven Thunders, de dromerige tapeloop-muziek van Efterklang-lid Peter Broderick (hij neemt zelfs zijn eigen aankondigingen en het publiek op) en de sludgerockers van Dethscalator.
En zo is Supersonic een aangename hutspot van allerlei muziek, en wordt de bezoeker binnen drie dagen van het ene uiterste in het andere geslingerd, maar blijft het altijd te behapstukken. Hierdoor voelt het festival altijd als een warme jas. Eentje die je ook nodig hebt in de snijdende oktoberwind van Birmingham.
http://www.kindamuzik.net/live/supersonic-festival/supersonic-festival-2010/20824/
Meer Supersonic Festival op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/supersonic-festival
Deel dit artikel: