Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Kinky Friedman, de grootste dierenvriend van Texas, rookt dikke sigaren, draait pirouettes, knijpt zo nu en dan de orgelman in zijn kont en leest voor uit zijn boeken die leuker zijn dan de carnavaleske countrysongs waarmee hij al honderden jaren door Texas trekt. Cabaret hoort in een theater en niet hier, op een muziekfestival.
Een meisje van het platteland met een liefde voor motoren en - wie zal het zeggen - voor andere meisjes van het platteland die van motoren houden. Ana Egge heeft een stem die klinkt als een klok en songs die keurig binnen de lijntjes van de americana blijven. Gelukkig dient haar gitarist dit repertoire kleine stroomstootjes toe.
Vol verwachting klopt ons pophart als twee vlotte meisjes in korte broekjes op het podium verschijnen, alsof niet The Beatles maar The Shaggs de popmuziek hebben veranderd. Je mag gerust zingen dat alles dood moet, maar ga dan niet tussen die rommelige en slappe songs staan giechelen als puber. Whispertown 2000 [foto rechts] moet haast wel een grap van de programmeurs zijn.
The Band of Heathens laat de grote zaal helemaal volstromen. De groep met drie songschrijvers aan boord zou live echt een stuk ruiger zijn dan op plaat, maar dat valt tegen. Hoewel de heren prima musiceren en doorleefde strotten hebben, is het zeker dat bij hen thuis de EO-gids onder de tv ligt. Kortom: een keurige groep met een hoog Arie Boomsma-gehalte.
Hoeveel muziekinstrumenten kan een artiest in zijn eentje bespelen? Peter Broderick [foto links] snelt als een gek over de bühne om zingende zaag, viool, piano en andere speeltjes te laten horen. Daarbij neemt hij zijn eigen stem en andere geluiden ter plekke op, om zo telkens verrassende arrangementen te laten horen. Broderick waakt ervoor dat zijn optreden ontaardt in een misplaatste freakshow. Met een geweldige stem en warm gitaarspel overtuigt hij ook het strenge publiek van Take Root. Na deze indrukwekkende performance is iedere man met alleen gitaar, onder wie The Tallest Man on Earth, een eenvoudige sterveling en nauwelijks nog interessant.
Gelukkig is er in het drukke toerschema van Jesse Dee tijd om Groningen aan te doen. Hoort soulmuziek thuis op een americanafestival? Wel als het zo lekker de stof uit je oren blaast als Jesse Dee doet. Hij heeft maar een uurtje en daardoor speelt hij nog puntiger en strakker. Jammer voor de mensen die na afloop de cd-stand bestormen dat Dee inmiddels al honderd keer beter is dan op zijn debuut.
Met zijn lange haar en grote zwarte hoed lijkt James McMurtry, bijgenaamd de Texaanse Lou Reed, nog het meest op een vogelverschrikker. McMurtry schrijft intelligente songteksten, maar die zijn ook vanavond moeilijk te verstaan. Wat rest is een portie onvervalste rauwe gitaarrock waar iedereen met oren iets mee kan. De norse McMurtry die zijn afgetrapte cowboylaarzen onder een nette broek draagt, praat net zo weinig als hij lacht, maar als hij zegt dat hij nu zijn hits gaat spelen, is hij wel even grappig.
Sommige bezoekers zien Blue Mountain liever zonder Dayna Kurtz. De potige dame is de iets grotere ster en gooit het op een bluesy set zonder uitschieters. Blue Mountain doet twee eigen liedjes, waarvan ze er één aan vrouwen met dikke benen opdraagt. Ai pijnlijk!
Het optreden van eilandbewoonster Emiliana Torrini komt heel moeizaam op gang, alsof ze tevergeefs probeert om aansluiting te vinden bij de veelal Amerikaanse acts op dit festival en niet alles durft te geven. Er is ook weinig van het opzwepende van haar hitje 'Jungle Drum' te bespeuren. Torrini maakte recent nog veel indruk op Into the Great Wide Open, maar vanavond blijft die magie achterwege.
Jan Donkers kondigt hem alvast aan als de grote verrassing van Take Root. Israel Nash Gripka [foto rechts] heeft het uiterlijk van Jeffrey Lee Pierce, een stem die zich met John Fogerty kan meten en liedjes die bij Ryan Adams in de klas hebben gezeten. Gripka boeit van begin tot einde, maar zo mooi uitgebalanceerd als zijn eerste plaat en zijn nieuwe, zelf meegebrachte ep The Goldmine Is Flooding klinkt het onrustige optreden niet. Toch is deze Gripka zeker een ruwe diamant.
Willie Nile [foto links] is een rocker, zou ook Bruce Springsteen zeggen. Een klein mannetje met grote gebaren. Nile moet met opgestoken haar, wilde sprongetjes en hoge schoenen moeite doen om tussen de andere bandleden op te vallen. Die lichte frustratie vertaalt zich in een zeldzame gedrevenheid die voorkomt dat het publiek in een avonddip raakt. Met 'Blitzkrieg Bop' van de Ramones blijkt er ook nog een punker in deze nostalgische rocker te schuilen.
Dit jaar is de winnaar van het festival, gewoon zoals het hoort, de hoofdact. Seasick Steve [foto boven] en zijn drummer Animal spelen een uur lang opwindende countryblues die zijn tedere momenten kent, het voor Morgan Nagler van Whispertown 2000 gezongen 'Walking Man' bijvoorbeeld, en woedende climaxen zoals de overdonderde afsluiter 'Dog House Boogie'. Hierin laat Seasick zijn rode driesnaar janken en geeft Animal de drums een ongenadig pak op hun donder.
Hoewel aardig wat acts van Take Root dezer weken al in het clubcircuit te bewonderen zijn en het niet rondkomen van Jason Isbell een kleine domper is, rest niets anders dan een positief oordeel over dit afwisselende en met liefde samengestelde festival, dat dit jaar tweeduizend bezoekers naar Groningen weet te trekken.
http://www.kindamuzik.net/live/take-root/take-root-2009/19218/
Meer Take Root op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/take-root
Deel dit artikel: