Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Een donkere en regenachtige vrijdagavond in Amsterdam. De wind loodste ons naar Paradiso voor de terugkeer van Greg Dulli. Perfecte omstandigheden voor de man over wiens muziek altijd een donkere wolk lijkt te hangen. Vijf jaar geleden deed hij voor het laatst Nederland aan. Dat was met The Afghan Whigs. Iconen uit de jaren '90. In de nieuwe eeuw doet hij het met The Twilight Singers. Een alsmaar van bezetting veranderende formatie rondom de flink uitgedijde kettingroker. Het zwakke debuut uit 2000 bleek gelukkig slechts een opwarmertje geweest te zijn voor het onlangs verschenen Blackberry Belle. Een plaat die zich kan meten met Whigs-klassiekers als Congregation en Gentlemen, hoewel het meer in het verlengde ligt van het met soul verweven 1965.
Na zo'n lange afwezigheid verwacht je dat de band gelijk losbarst. Zo werkt het bij Dulli echter niet. Hij is een verleider. Langzaam maar zeker zuigt hij je binnen in zijn wereld vol liefde, verlangen, dood en sex. Heel veel sex.
Het verleidingsspel begon met 'Esta Noche'. Het maar voor de helft gevulde Paradiso keek nog even de kat uit de boom. Toch was bij het tweede nummer 'Teenage Wristband' al raak. Het hoogtepunt van het nieuwe album bleek ook live overdonderend te zijn. Gedurfd om zo snel met dit nummer te komen en knap hoe de vijf muzikanten gelijk de magie vonden om het uit te bouwen tot, eh, magische proporties. Het publiek kon niet anders dan zich gewonnen geven.
Ook al kreeg en benutte de Stephen Malkmus-look-a-like op leadgitaar, Jon Skibic, alle ruimte, het bleef toch de Greg Dulli show. Waar hij in het dagelijkse leven als niet bepaald de vrolijkste te boek staat, straalde hij op het podium van begin tot eind. Met zijn Italiaanse maniertjes kreunde hij zich een weg door 'Follow You Down', drukte het gaspedaal in bij 'Decatur Street' en rookte zich een slag in de rondte. Onderwijl vertelde hij over de vrouw die hem op de Wallen ontving en haar voor het 40 minuten tellende bezoek Britney Spears besloot te noemen. Natuurlijk somde hij ook het rijtje van jazz- en r&b-artiesten op wie je het lekkerst kan neuken op. Je vraagt je dan af of deze man nog wel vrij op straat rond kan lopen als hij niet als rockster zijn lusten de vrije loop kon laten gaan.
Misschien was dat ook wel de reden dat hij zo blij was om weer terug te zijn. En wat doet een man die dankzij de muziek gered is? Hij brengt een ode aan zijn redders. Covers van 'Time of the Season', het prachtige 'Black is the Color of My True Love's Hair' en stukjes van 'Layla' en 'The Joker' kwamen voorbij.
Toch bleef de zaal hopen op uitvoeringen van Dulli's oudere werk. Dat is de 'last' van elke frontman die aan iets anders begint met zich meedraagt. Iedereen wilde natuurlijk nog eens de pure rock van The Afghan Whigs meemaken die Paradiso in '99 nog deed uitverkopen. Kracht en urgentie waren daar de kenmerken terwijl The Twilight Singers het toch meer van de sfeer moeten hebben. Het bijna twee uur durende concert vond uiteindelijk in de toegift alsnog de ontknoping waar men op hoopte. Met 'Faded' viel het slotakkoord, maar drie nummers daarvoor legde de immer enthousiast spelende drummer Bobby Macintyre al het ritme neer voor de 1965 krakers 'Uptown Again' en '66'. Daartussen kwam Outkasts 'Hey Ya!' voorbij. Ook in de rockversie werd het daarop een groot feest. Op de vraag: "What's cooler than being cool?" werd "Ice Cold!" geantwoord, hoewel iedereen wist dat "Greg Dulli" het juiste antwoord was.
http://www.kindamuzik.net/live/the-twilight-singers/the-twilight-singers/4991/
Meer The Twilight Singers op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/the-twilight-singers
Deel dit artikel: