Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Op een strikt individueel niveau is Kish Kash, de derde Basement Jaxx, bij voorbaat een belangrijke release, in de zin dat een mislukking er waarschijnlijk definitief voor zou zorgen dat ik mijn interesse verlies in wat ten tijde van hun debuut Remedy één van smaakmakers in de dansmuziek vormde. En we moeten het bij Basement Jaxx altijd hebben over dansmuziek in de meest open zin - Simon Ratcliffe en Felix Buxton zijn ware genrevernietigers. Maar waar Remedy alchemie presenteerde, werden op Rooty al meer categorieën afgetekend, grenzen opgetrokken. Rooty was alleen in fragmenten dragelijk, wanneer in plaats van slappe Prince-pastiche, nieuwe modellen van superpop werden aangedragen in de vorm van 'Get Me Off', 'Just 1 Kiss', 'Where's Your Head At' en het onnavolgbare 'Romeo'.
Het goede nieuws is dat Kish Kash veel gemeen heeft met het debuut. Het geluid is in het algemeen weer wilder en volgestopt met vreemde details. In tegenstelling tot de vorige albums is Kish Kash echter moeilijker om in een paar draaibeurten te doorgronden; de details lijken zo dicht verweven dat je wordt uitgenodigd om te verdwalen in geluid. Uitzondering hierop is 'Cish Cash' wat na een keer luisteren behoort tot het beste wat Basement Jaxx ooit heeft geproduceerd ('Flylife', 'Set Yo Body Free', 'Yo-Yo', 'Romeo' om precies te zijn): een rennend ritme, een brommende baslijn en, in een geïnspireerde zet, de stem van Siouxsie Sioux (ik was tot mijn verbazing vergeten wat een verleidelijke stem zij bezit). En in iets minder mate is de charme van het door Meshell Ndegeocello gezongen 'Feels Like Home' ook direct hoorbaar in hoe het terugkeert naar de luie dromerigheid van 'Always Be There' op Remedy.
Daarna begint het grote versmeltingproces waar latin, r'n'b, rave, garage, funk, house, disco, rock en oosterse muziek allerlei vreemde connecties en bewegingen vormen, die de muziek doen stuiteren, tollen en draaien. Als het werkt, waan je je al haast op een bruisend feest en klinkt Basement Jaxx nog steeds volstrekt uniek. Alleen 'Supersonic' faalt opzichtig en 'Lucky Star' kan ik niet volledig appreciëren omdat de stem van De Man van het Moment, Dizzee Rascal, me altijd doet denken aan die van een verkouden mongool.
Het is moeilijk om in het Basement Jaxx-universum te spreken van "stappen voorwaarts" - hun geluid is zo karakteristiek, zo af, dat er eigenlijk alleen maar gedacht kan worden in termen van een fractale expansie van muziek. Er zijn in 2003 misschien urgentere platen verschenen, wat in zekere zin niet uitmaakt omdat Kish Kash in haar eigenzinnigheid al buiten afbakeningen van kalenders en modes valt.
http://www.kindamuzik.net/recensie/basement-jaxx/kish-kash/4041/
Meer Basement Jaxx op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/basement-jaxx
Deel dit artikel: