Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
We spreken 2002. We bevinden ons op het hoogtepunt van de golf die we electroclash noemen. Ergens midden in die golf treffen we Fischerspooner. Het Amerikaanse duo, bestaande uit Warren Fischer en Casey Spooner, debuteert met # 1, en de succesvolle single ‘Emerge’. Live blijkt Fischerspooner een sensatie: de heren playbacken weliswaar alles, maar hebben daardoor wel de handen vrij voor een uitbundige, campy show vol dansers en videobeelden. Met een optreden op Lowlands 2003 is de naam in Nederland definitief gevestigd.
Anno 2005 staan de zaken er anders voor. Het momentum van de electroclash is weg en het tijdperk van de donkere geluiden lijkt definitief voorbij. Weg is de onderhuidse frustratie, de vlucht in kille klanken wordt niet meer gezocht. Een warm geluid mag weer. Dat zagen we vorig jaar al bij The Faint en Radio 4, nu ook op het nieuwe album van Fischerspooner. Alleen al de albumhoezen laten zien dat er een wereld van verschil tussen de twee albums is: # 1 toonde op de hoes het smerige gezicht van een man, in close up, met lang haar en een uitgestoken tong. Odyssey toont een abstracte ruimtelijk figuur met warme kleuren die een soort organische eenheid uitstraalt.
En dat is voor liefhebbers van dat donkere randje wel even wennen. Single ‘Just Let Go’ blijft nog het dichtst bij het oude geluid, met een hoofdrol voor een zware synthesizer. Geslaagd zijn verder club-track ‘Wednesday’ en afsluiter ‘Circle (Vision, Creation, New Sun)’ (een cover van de Japanse noise-legende Boredoms.) Naast deze up-tempo tracks neemt Fischerspooner opvallend vaak gas terug. Op ‘Everything to Gain’ bijvoorbeeld, of ‘Ritz 107’. Een bezoek aan de onlangs overleden feministische filosofe Susan Sontag resulteerde naar eigen zeggen in ‘We Need a War’, een uithaal naar de Amerikaanse mentaliteit in de wereld. Tekstueel liegt het er niet om, muzikaal is het niet de venijnige klauw die je zou verwachten.
We kunnen dan ook beter spreken van een popalbum dan van een danceplaat. De heren zelf zeggen vooral geïnspireerd te zijn door grote rockacts uit het verleden: The Beatles, Pink Floyd, Fleetwood Mac. Een hedendaagse naam die zich onherroepelijk naar de voorgrond dringt is Postal Service, vooral op ‘A Kick in the Teeth’. Nu is dat een opvallende, maar zeker geen slechte referentie. Odyssey is dan ook in zekere zin wel een geslaagd album. Maar op sommige momenten komt Fischerspooner op Odyssey ook gevaarlijk dicht bij de macrobiotische fast foodmethode van Moby. Op het flinterdunne ‘All We Are’ bijvoorbeeld, of in de lijzige diepzinnigheid van ‘Cloud’. Groot aandeel daarin heeft de stem van Casey Spooner, die domweg week klinkt tussen de warme producties.
Wie interviews leest en de teksten van de albums beluistert, krijgt sterk de indruk dat de oude Fischerspooner vooral een act was. Odyssey lijkt de ware aard van de heren boven te brengen. De teksten zijn persoonlijker en emotioneler, serieuzer ook. Er zijn ongetwijfeld mensen die deze popplaat gretig zullen omarmen. Maar er zal ook een groep zijn die toch liever wat van die onheilspellende spanning terug ziet. Ondergetekende behoort zonder meer tot die laatste groep.
Odyssey verschijnt op 18 april.
http://www.kindamuzik.net/recensie/fischerspooner/odyssey/9047/
Meer Fischerspooner op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/fischerspooner
Deel dit artikel: