Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Het heeft vier albums moeten duren, maar eindelijk mag Joseph Arthur ook in Europa op een fatsoenlijke release van zijn werk rekenen. Onbegrijpelijk als je bedenkt dat Arthur tot de beste singer-songwriters van de laatste jaren gerekend mag worden. Recentelijk ging hij nog mee op tournee met R.E.M. En wanneer men de zegen krijgt van de omgevallen platenkast Peter Buck dan weet je wel dat het goed zit. De man koos immers al Radiohead, Wilco, The Flaming Lips en Bright Eyes tot openingsact voor zijn band. Een rijtje waar hij zeker tussenhoort, want wanneer je de inventiviteit van Sufjan Stevens combineert met de rockende inborst van Pete Yorn is Joseph Arthur wat je te horen krijgt. Klinkt goed, nietwaar?
Toch was daar vorig jaar het vreemde nieuws dat zijn contract bij Peter Gabriels Real World niet verlengd werd. De Amerikaan besloot toen al zijn geld in de opnames van Our Shadows Will Remain te stoppen. Het resultaat hiervan vond onderdak bij het kleine Vector, maar krijgt nu gek genoeg dus wél de wereldwijde release waar het voorheen aan ontbrak – zij het met een halfjaar vertraging.
Een goede zaak dus, maar jammer is het wel dat we dit niet kunnen vieren met zijn beste album ooit. Misschien is het omdat hij de lat inmiddels onmetelijk hoog heeft gelegd, maar het is meer het claustrofobische aspect dat dit album op punten ongemakkelijk maakt. Nu is claustrofobie natuurlijk nooit een aangename aandoening maar Arthur is juist het sterkst wanneer hij rechtstreeks in verbinding staat met de luisteraar. Nu weet hij niet los te breken van de overdadige productie die de kracht van zijn songs verbergen en soms ook camoufleren.
Zeker de tweede helft is zwak te noemen. Neem ‘Wasted’. Op een gammele vesting van kitscherige beats probeert hij tevergeefs een seksuele spanning op te wekken – zorg eerst maar voor een goed basloopje, zou je hem willen zeggen. Ook ‘I Am’ zoekt het in de Greg Dulli-school van voordragen met kreunende stemmetjes maar daar vergeet hij om naar een climax toe te werken. Op ‘A Smile That Explodes’ laat hij de liedjesstructuur achterwege en verzandt dan in een brei van industrieel aandoende drums en spielerei met effecten.
Gelukkig maakt Arthur zijn reputatie wel waar met de eerste helft van de plaat. Deze staat wel vol met sterke composities waar zijn doorleefde en mannelijke stem wordt uitgebuit. Op ‘Even Two’ fladeren talloze vocalen rond om vervolgens een nest in je hart te bouwen, ‘Echo Park’ laat de verborgen romantiek van Los Angeles naar boven komen en van opzwepende rockers in de Jesse Malin-traditie als ‘Devil’s Broom’ en ‘Puppets’ kunnen er niet genoeg gemaakt worden.
Arthur heeft, meer dan ooit, voor het experiment gekozen. Dat dit niet altijd even goed uitpakt is jammer, maar de artistieke drang om dit te doen valt te prijzen. Zeker gezien de financieel onzekere situatie waarin hij verkeerde. Dat tekent ook de kracht van een rasmuzikant die zich alleen laat leiden door zijn gevoel. Dat dit gevoel niet altijd leidt tot het maken van een der mooiste liedjes van het decennium, zoals bij het vijf jaar oude ‘In the Sun’, verwacht ook niemand. Hopen doen we echter wel. Benieuwd of op zijn volgende album zo’n kunstwerk staat.
http://www.kindamuzik.net/recensie/joseph-arthur/our-shadows-will-remain/10201/
Meer Joseph Arthur op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/joseph-arthur
Deel dit artikel: