Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Er is iets vreemds aan de hand met de nieuwe Underworld. Het is een album met twee gezichten. Na een geweldig energieke start zakt de cd halverwege in om niet meer overeind te komen.
Niet dat Oblivion with Bells daarmee een slecht album is. Maar de dynamiek die hun eerdere schijven als Second Toughest in the Infants (1996) en Hundred Days Off (2002) zo bijzonder maakte, is door Karl Hyde en Rick Smith op hun nieuwe album ingeruild voor een upside en een downside.
Op de eerste helft kan uitbundig gedanst worden, met de huidige prachtsingle 'Crocodile' en het zo mogelijk nog betere 'Beautiful Burnout' als beste voorbeelden. Dat laatste, bijna acht minuten durende technonummer is Underworld ten voeten uit: zware bassynths, de monotone stem van Hyde die allerlei vaags over brandende papiertjes in het gangpad van de trein murmelt, en halverwege een shift naar Japanse percussie die live de handen moeiteloos de lucht in krijgt. Het zijn gelijk de twee hoogtepunten van het album.
Het dansdeel bevat verder nog een old school housenummer en 'Ring Road', een mislukte hiphoptrack waarin Hyde een dappere poging doet te rappen. Daarna trapt Underworld resoluut op de rem en komen de kussens tevoorschijn voor een ambient-exercitie vol piano's, achterstevoren gespeelde synths en (natuurlijk) belletjes.
Prachtig, daar niet van, maar diezelfde zweefmolen was ook al te horen op hun mp3-project Riverrun en op de soundtrack die het Londense duo samen met Gabriel Yared maakte voor de film Breaking and Entering. Het publiek wil echter dansen, "lager lager lager" en lós!
Toch is een half geslaagd album van Underworld geen straf. De combinatie van Hyde's enigmatische tekstflarden en de beurtelings beukende of zalvende synths van Smith blijven onweerstaanbaar en uniek.
http://www.kindamuzik.net/recensie/underworld/oblivion-with-bells
Meer Underworld op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/underworld
Deel dit artikel: