Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Het was op een akelig koude, winderige novemberdag dat de sneltrein op het onherbergzame station Den Haag Moerwijk stopte. Daarna duurde het nog zeker nog een half uur tot de stadsbus op de plaats van bestemming arriveerde.
Via een modderig en nauwelijks verlicht bospaadje vervolgde ik de weg naar mijn uiteindelijke doel, Partycentrum Ockenburg genaamd, dat - ironisch genoeg - vlakbij het gelijknamige kerkhof en crematorium is gelegen. Uitgerekend hier had ik dus met countryzanger en liedjesschrijver David Olney afgesproken. Dit enigszins afgelegen oord is de thuisbasis van een Haags gezelschap van muziekliefhebbers dat met grote regelmaat concerten voor een klein publiek organiseert.
Mijn eerste vraag aan Olney, die met een groot glas cola had plaatsgenomen aan één van de lege tafeltjes in het etablissement, was dan ook hoe hij in deze uithoek was beland.
"Ik speel overal waar ik welkom ben. En Nederland is altijd goed voor me geweest. Mijn muziek wordt hier geaccepteerd. Het is bijzonder fijn om voor twee weken door Nederland te reizen, maar ik zou er nooit willen wonen. Ik hoor thuis in de Verenigde Staten van Amerika, daar liggen mijn wortels. Ik ken heel veel Amerikanen die naar Europa zijn geëmigreerd, maar bijna allemaal zijn ze van mening dat ze te ver weg zijn van hun geboortegrond. Sinds de laatste presidentsverkiezingen is de verleiding om te verhuizen misschien wel groter geworden, maar ik vind juist dat ik moet blijven. Juist in deze moeilijke tijden voel ik me meer Amerikaan dan ooit tevoren."
De muziek van Olney hoor je niet op de radio. In een eerder interview was hij zelfs van mening dat niemand naar zijn liedjes luistert. Met deze liedjes, die vaak oudtestamentische thema’s en verwijzingen naar gebeurtenissen uit de wereldgeschiedenis bevatten, heeft hij dan ook een heel ander doel dan hits scoren. Hij wil zijn verhaal vertellen, maar vooral de verhalen van anderen, die veelal op de rand van de maatschappij balanceren. Het zijn soms ook gewoon liefdesliedjes, voorzien van een rouwbluesrandje. Toch scoorde Emmylou Harris eens een grote hit met ‘Deeper Well’, dat afkomstig is van Olney’s gelijknamige elpee uit 1998.
"Toen ik 24 jaar oud was, arriveerde ik in Nashville. Iedereen kent de commerciële countrywereld, maar er is nog een ondergrondse beweging. Ik kwam in aanraking met Kris Kristoffersen, andere outlaws en Townes Van Zandt, die mijn leven veranderden. In Nashville kwam ik tot ontdekking dat het beroep van rockster niet voor mij was weggelegd. Ik zie mezelf als outsider noch als insider in de wereld van popmuziek. Op een gegeven moment kreeg ik door hoe het allemaal werkte in de muziekwereld en waar mijn plek precies was. Ik kan me niet herinneren dat ik me ooit heb afgevraagd tot welke categorie ik behoor. Rounder en nu ook Loudhouse hebben me altijd de vrijheid gegeven. Ik ben nog wel ambitieus, dat verdwijnt niet zomaar. Momenteel werk ik aan een theaterstuk, al weet ik niet precies wat het uiteindelijk gaat opleveren. Het concept is moeilijk uit te leggen. Het gaat over de honkballegende Dizzy Dean. Hij was een soort van blanke Mohammed Ali voor de honkbalwereld van jaren dertig. Tot nu toe heb ik samen met John Hadley zeven of acht songs geschreven. We zitten op de helft."
De nieuwe cd van David Olney is net klaar en verschijnt in april 2005. Het album verschijnt op Loudhouse (Sonic Rendezvous), het label dat ook Olney’s ambitieuze en mysterieuze conceptplaat The Wheel uitbracht. Olney vertelde met dat het hele concept pas later werd gecreëerd, nadat hij tot de ontdekking was gekomen dat de meeste liedjes overeenkomsten vertoonden.
"Op het nieuwe album heb ik geprobeerd om met klassieke flamencogitaren een ander geluid te creëren. De songs zijn ook veel langer. Je moet natuurlijk wel oppassen dat je niet teveel op één thema voortborduurt; voor je het weet probeer je alleen maar songs te schrijven die binnen het concept vallen, wat uiteindelijk ten koste van de kwaliteit gaat. De nieuwe plaat gaat Migration heten, daarmee heb je misschien al een idee over de achterliggende gedachte.”
Olney vindt dat Townes Van Zandt te vaak als een drinkebroer wordt afgeschilderd en is blij dat Van Zandt eindelijk de erkenning krijgt die hij verdient, al is jammer dat hij er zelf niet meer van kan profiteren. Olney herinnert zich hem vooral als één van de aardigste mensen die hij in het muziekwereldje gekend heeft. Maar hij is helemaal niet van plan om constant onderweg te zijn, zoals Townes ooit. Hij vindt het prima om eens in de zoveel tijd een tournee te doen, maar hij wil ook tijd doorbrengen met vrouw en kinderen.
Olney was zenuwachtig voor het optreden, dat was hij ook al op Take Root, toen hij met trillende handen het trapje opliep. Ook toen hij in Partycentrum Ockenburg voor zo’n dertig mensen in een kleine zaal speelde, was hij vlak voor het concert niet ontspannen. Pas toen hij de akoestische gitaar in zijn handen nam, voelde hij zich meer op zijn gemak. En dat is toch opmerkelijk voor iemand die al zolang het luistervolk weet te fascineren met ingetogen gitaarliedjes.
http://www.kindamuzik.net/interview/david-olney/david-olney-is-insider-noch-outsider/8248/
Meer David Olney op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/david-olney
Deel dit artikel: