Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Elk jaar timmert de Deense muziek aan haar export met het SPOT Festival in de prachtige tweede stad van het land: Aarhus. Vele tientallen bands presenteren zich in twee dagen aan zowel lokaal publiek als aan de internationale pers en boekers. Het SPOT Festival is dan ook bedoeld als springplank naar de rest van Europa. Bands die de sprong al gemaakt hebben zoals Efterklang en Thomas Dybdahl mogen dan weliswaar op de meeste belangstelling van rijen reeds uren voor aanvang van de show buiten de zaal wachtende dwepende fans rekenen, die zien wij hier heus wel terug. Naar Aarhus ga je om je te laten verrassen door de aantrekkingskracht van het onbekende.
InterSPOT: de donderdag
Om het acclimatiseren niet al te bruusk te beginnen, trapt de eerste dag af met InterSPOT; de showcasegelegenheid voor internationale acts. Het Nederlandse Awkward, I slaat zich manmoedig door een allesbehalve schuchtere set heen in het sjiekige Café Hack. Zanger Djurre de Haan wordt bijgestaan door een volledige band die met viool en mooie gitaarmelodielijnen, plus een gezonde dosis Velvet Underground, zijn aan bijvoorbeeld Fleet Foxes herinnerende indiefolk vaardig inkleurt.
Laat op de avond is het Franse Gablé, gezegend met een innemend fraaie dame op allerlei elektronica, helaas niet de beloofde noisy indietronica met metalrandje, maar meer een bij poging gebleven imitatie van het debiele neefje van LCD Soundsystem. Dan ben je heel wat beter af met de Zwitserse Sophie Hunger die een wagonlading krachtige popsongs heeft meegenomen. Die komen glansrijk uit de verf dankzij niet alleen een stuwende band, maar vooral door haar charmante performance en grote vocale kracht. Liefhebbers van Laura Marling of mensen die vinden dat PJ Harvey ook wel eens zou mogen lachen, doen er goed aan de naam Hunger in de oren te knopen.
SPOT Festival: de vrijdag
Zo'n tien zalen staan op de vrijdag tjokvol bands die trappelen van ongeduld zich in de kijker te spelen. Met horten en stoten lukt dat Ghost Society uiteindelijk ook en wel met een uitgekiende mix van noisepop en shoegazerachtige treurnis die bij vlagen en in de verte aan The Smashing Pumpkins doet denken. Twins Twins heeft lekker buiten in een gezellig tentje midden op het terrein vooral de lachebekjes op het gezicht gezet. Stevige gitaarrock uit de Britse school met een beuk van de Strokesmolen. Dus: blik op oneindig en heerlijk sneren geblazen. De diepgang van menige Britse brulboeimeezingband, maar de zon schijnt en het jonge Deense leven blijkt mooi.
The Kissaway Trail doet wat moeilijker. Misschien wel wat te moeilijk voor zijn eigen goed. Aan de andere kant: Arcade Fire is er groot mee geworden, met die grootse emoties, zwart van kleur, dus waarom niet? Een beetje The Flaming Lips of My Morning Jacket erbij en The Kissaway Trail meet zich een eigen smoelwerk aan; compleet met de potentie om ook hier potten en pannen te gaan beroeren, dan wel breken. Dat probeert Alcoholic Faith Mission beter niet met zijn gemankeerde alternatieve pop die valt samen te vatten als de aardappelkeel van Kane's Dinand met een zielige trompet erdoorheen.
Tijd voor het betere beukwerk met het Belgische The Link. Lichtelijk psychopathische metal uit de school van The Dillinger Escape Plan wordt gemengd met de grooves van Tool, maar het geweld bereikt al snel de grens van uiterste metaalmoeheid. Groot in eigen Scandinavische kringen weet ook The Psyke Project waar de hardcoremosterd geklopt wordt, maar het is het eclectische gezelschap Kellermensch dat op deze harde late avond indruk maakt. Contrabas, pomporgel, twee violen en een heuse metalband; een zanger die oogt als een MediaMarktklerk en een echte grunter; ga er maar aan staan. En dan klinken als een bezwerende mengvorm van Nick Cave, Tom Waits, Arcade Fire en zonder omhaal: Neurosis. Het lijkt op voorhand een onsmakelijk brouwsel, maar deze cocktail is zeer goed te genieten.
Tijdens de afterparty net buiten het stadshart speelt Freya Loeb een kekke electroset, maar het wachten is op White Pony dat de zaal verandert in een kolkende uitgelaten meute feestvierders. Opzwepend en dwars door allerlei genres fietsend roept de energieke groep CSS in herinnering, inclusief de vrolijke losbandigheid. Het blijft weinig verrassend dan ook nog lang onrustig, met dankzij de dj's van dienst die de electrofakkel de hele nacht brandend weten te houden.
SPOT Festival: de zaterdag
Slaraffenland komt zo nu en dan al in de Benelux langs en de 8-bit pretpop en electro zet ook al vroeg op de dag een volgepakte SPOT-zaal in beweging. Heel wat minder olijk is de rappende Kasper Spez die vooral zielige verhalen opdist over zijn verbroken relatie en ander hartzeer. The Sad Lovers kun je ook al niet op een vrolijke noot betrappen, maar als Tindersticks nog eens een voorprogramma zoekt, dan volstaat één telefoontje. Twee dames en twee heren sterk speelt de groep extreem minimale folk-noir die bij vlagen doet denken aan Arab Strap, maar dan met de zang van een lieftallige fee; al blijft de toonzetting zwanger van onheil.
Elin Ruth Sigvardson uit Zweden heeft al een Grammynominatie op zak. Over charisma heeft deze geboren performer ook niet te klagen. Muzikaal wisselt haar idioom tussen Ilse de Lange-achtige countrypop en Heather Nova, maar het is haar extravagante uitstraling, compleet met grote tatoeage en zwarte petticoat en vooral de gelaagdheid in haar nummers die het plaatje ver boven grijze middle-of-the-road uittrekt. Op plaat misschien niet heel bijzonder, live een garantie voor een puike singer-songwritershow.
In het wachten op de klepper van de avond hink-stap-springend door de zalen warend, komt Frodegruppen 40 langs: grotesk, arty en spoken word, maar zo vreemd en bevreemdend dat het zelfgeschapen universum wellicht alleen bewoonbaar is voor de bandleden. Scarred by Beauty duikt met de bloedneus vooruit het sterrenstelsel van wederom The Dillinger Escape Plan binnen en vernietigt in een wervelwind aan rondvliegende ledematen en instrumenten enige notie van originaliteit, maar of de headbangers daarom malen? De surfrock van Tremolo Beer Gut is al even banaal als hun bierbuiken en Kenton Slash Demon's beukende analoge dance doet het vast beter op de latere avond dan rond achten.
Lange rijen voor de deur, want hype FM Belfast [foto] komt de boel op stelten zetten. Dat lukt, met verve, hoewel vooral leunend op de ijzersterke cover van 'Killing in the Name'. Het rumoer in de pers is nauwelijks terug te zien of te horen in de nerdy Hot Chip-pastiche die deze IJslanders brengen; de publieke populariteit des te meer, want acht man en vrouw sterk weet FM Belfast met een suikerzoete electrotraktatie ettelijke honderden jonge Denen een uurlang in de hossende greep te houden. En zo is er toch nog iets uit IJsland om plezier van en mee te hebben.
Na tweeënhalve dag SPOT Festival resteert onder de streep de conclusie dat de Deense muziek over een enorme breedte haar beste beentje heeft voorgezet, maar dat er van echte uitschieters nauwelijks sprake is. Efterklang, Slaraffenland, Dybdahl; die zien we vast terug. Sigvardsen en Hunger hopelijk ook en zolang de hypeboog het uithoudt, kun je FM Belfast vast niet ontlopen, maar of er plek blijkt op de vaderlandse podia voor een buitenbeentje als mengelmoesgroep Kellermensch valt nog te bezien.
Foto door Neate photos (cc) (2009).
http://www.kindamuzik.net/live/spot-festival/spot-festival-2010/20235/
Meer SPOT Festival op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/spot-festival
Deel dit artikel: