Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Depeche Mode realiseer ik me, terwijl ik me vol goede moed een weg baan door deze epische driedubbele cd-compilatie, is waarschijnlijk de groep die de perfecte popvorm van de afgelopen vijfentwintig jaar benadert. In essentie elektronisch (dus omgeven door een futuristische waas, een bepaalde morgen in het geluid) maar altijd vocaal, gebruik makend van orthodoxe liedjesstructuren en in staat om herkenbare en pakkende melodieën te produceren die weer vervlochten worden met bij voorkeur enigszins donkere teksten die net niet teveel over de rand gaan (ook al passeren drugs, S/M, kleine meisjes, narcisme de revue.) Een popgroep waarvan ik altijd graag een nieuw nummer op de radio hoorde maar die tegelijk ook een echt waardevol album hebben afgeleverd (Violator uit 1990).
En Depeche Mode heeft gezien het elektronische geluid (en populariteit onder dansproducers) altijd een goede relatie onderhouden met de steeds belangrijker wordende remixcultuur. Dat is de laag die Remixes 81-04 spannender maakt dan een gewone Best Of. Je krijgt als luisteraar een archeologie van de remix voorgeschoteld, de verschillende modellen, de veranderende modes in dansmuziek. Oude meesters als François Kevorkian en vooral Adrian Sherwood leveren sterk materiaal af, er zijn vermoeiende beukmixes van Underworld en Jon Marsh, sommigen werken hun standaardprocedure af (Air, Kruder & Dorfmeister) en anderen verrassen juist door compleet tegen hun eigen natuur in te remixen (de akoestische remix van Dave Clarke).
Het is een overdonderende hoeveelheid muziek waar je lang plezier van kan hebben, ook gezien de vrij constante kwaliteit van het aangebodene (eigenlijk is alleen de Headclearr Rock Mix van ‘Nothing’ niet om aan te horen en ‘Just Can’t Get Enough’ is door geen enkele remixer te redden.) Waarbij opvalt dat de meerderheid van de remixes uit 2004 niet hoeft onder te doen voor die van legendarische namen. Rex The Dog bouwt ‘Photographic’ om tot een prettig mengsel van italo en Detroit techno, Colder laat zijn remix van ‘Clean’ prachtig uitsterven in radiosignalen. Maar de twee sterkste remixes van de compilatie zijn het werk van Ulrich Schnauss, die een mooi dromerige versie van ‘Little 15’ produceert, en Goldfrapp die haar cinematische geluid loslaat op ‘Halo’ en slim zelf een antwoord op Dave Gahan zingt.
Wees in ieder geval gewaarschuwd: wie het complete beeld wil, moet zich haasten, de driedubbele cd-versie is een gelimiteerde uitgave waarna de compilatie als dubbelcd verder zal leven. Maar wie wil er geen overdosis uit elkaar getrokken/in elkaar gevouwen technopop die duistere verhalen fluistert over de melancholische kant van verlangen?
http://www.kindamuzik.net/recensie/depeche-mode/remixes-81-04/7985/
Meer Depeche Mode op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/depeche-mode
Deel dit artikel: