Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Vijf gasten uit New York, een banjo, een viool en een drumstel, opgevrolijkt met kettingen en gebroken cymbalen. Plak daar de naam O’Death op en je krijgt heerlijk gestoorde country. De band werd opgericht in 2003 en in 2004 lag hun eersteling, die ze uitgaven in eigen beheer, in de winkel. Nu hebben de vijf New Yorkers onderdak gevonden bij City Slang. Goeie zet van het label, want O’Death lijkt een blijver.
Head Home opent sterk met ‘Down to Rest’, een meeslepend nummer dat het midden houdt tussen stampende folk, krijserige punk en dronkemansgewauwel. De toon is gezet. O’Death is allerminst een geitenwollensokkenvergadering. Geen volksdansjes hier, maar geschreeuw, rebellie, whiskey – wat ze trouwens zelf als een van hun grote muzikale invloeden bestempelen – en anarchie.
O’Death leunt nu weer dicht aan bij de rauwheid van een Tom Waits, zoals in het ultrakorte ‘Rickety Fence Teeth’. Dan weer schurkt Greg Jamie’s stemgeluid nauw aan bij Neil Young – getuige ‘Jesus Look Down’. Dat laatste lied is trouwens meteen ook een bewijs dat deze jongens meer kunnen dan alleen schreeuwen en zich amuseren als een bende studenten op een uit de hand gelopen cantus. ‘Allie Mae Reynolds’ en ‘Travelin Man’ zijn eveneens intiemere, rustige liedjes waarin Jamie fragiel klinkt en alleen vergezeld wordt van wat schaarse banjoklanken.
En er zijn nog referenties te over die naar boven komen bij het beluisteren van deze aangename ontdekking. O’Death pikt de draad op waar 16 Horsepower hem liet vallen toen de band begon te zwijmelen en Jezus niet meer buiten de muziek kon houden. Kortom, dit is prettig gestoorde punkfolk die er dringend om smeekt live bewonderd te mogen worden.
http://www.kindamuzik.net/recensie/o-death/head-home/15839/
Meer O'Death op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/o-death
Deel dit artikel: