Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Veel grote namen, weinig nieuws en een behoorlijke drukte in twee zalen: dat is samengevat het flink gegroeide rootsfestival in Haarlem. Net als Blue Highways zijn er helaas veel gemiste kansen. Zo zou iemand als Neko Case prima in het mannenprogramma passen, want wat meer variatie is nooit weg. En nu we het er toch over hebben: waar waren de countrydiva’s op de moederdag? Rockchick Tracy Bonham moest het in haar eentje opnemen tegen de sombermannen. Toch krijgen we weer veel mooie muziek van lelijke kerels voorgeschoteld, met een paar duidelijke uitschieters.
Boris McCutheon & the Saltlicks zijn een redelijke opener van de zesde Roots of Heaven, al duurt het even voordat de heren bij de les zijn. De eerste drie nummers zijn ronduit ongeïnspireerd. Rommelig en saai, en dat zijn we toch niet van de purist McCutcheon (die eerder op het festival stond) gewend. Gelukkig blijkt dit een valse start, want op het moment dat de gitaarman zijn banjo verruilt voor het elektrische hangijzer, vallen de stukjes ineen. Het tempo gaat omhoog, de muziek wordt strakker en McCutheon gaat netter – en in dit geval dus beter- zingen. Het swingt! Helaas kan dit niveau niet lang worden vastgehouden. Het blijft een rommelig concert met een aantal pareltjes, maar teveel middelmaat.
Ook The Gourds [foto rechts] is aan het einde van hun Nederlandse tournee. Van vermoeidheid is echter totaal geen sprake. De rare danspasjes die een breed glimlachende Kevin Russell maakt krijgt veel applaus. Hierdoor gaat de ukelele spelende voorman zich nog vreemder gedragen. Het grote podium lijkt hem niet groot genoeg. Het is een genot om te kijken naar de heren die duidelijk veel plezier hebben op het podium. Er wordt rijkelijk geput uit het aanzienlijke repertoire van de band. Ierse ballades en tranentrekkende country worden afgewisseld met feestelijke bordermuziek uit niemandsland. We kunnen amper geloven dat we deze band uit Austin (Texas) zo vreselijk lang hebben moeten missen.
We krabden ons achter de oren toen we hoorden dat de voorman van Tindersticks aan het programma van Roots of Heaven was toegevoegd. Het verschil tussen de stijlvol geklede Engelsman en bijvoorbeeld de slonzige countryboeren van The Gourds is mijlengroot. Het nut van de solocarrière van Stuart A. Staples ontgaat ons eerlijk gezegd dan ook. De beste man treedt ook hier doodleuk op met enkele bandleden van zijn vaste werkgever. De melancholische sombermansmuziek lijkt bovendien als twee druppels water op die van Tindersticks - zeker het materiaal op zijn nieuwe, nog te verschijnen langspeler Leaving Songs. Alleen een groot strijkorkest ontbreekt nog. Hoewel zijn optreden niet helemaal past tussen de (deels) vrolijke muziek van The Gourds en de baardmansmuziek van Iron & Wine, maakt Staples op deze zonnige zondagmiddag toch vriendjes met een duistere versie van Townes Van Zandts ‘Sixteen Summers Fifteen Falls’. (Dat is overigens niet vreemd: met Tindersticks coverde hij reeds het schitterende ‘Kathleen’ van deze overleden outlaw.)
Was de kleine zaal voor het optreden van de jonge zanger en tekstdichter Tim Easton al veel te klein, tijdens Kevn Kinney [foto links] kan er echt helemaal niet meer bij. Ook wij staan bijna met onze neuzen tegen het kruis van brother Kinney gedrukt. De volledige in zwart geklede voorman en zijn jonge compaan beginnen meteen ijzersterk met het titelnummer van zijn nieuwe plaat Comin’ Round Again en ‘The Country Song’, een prachtig eerbetoon aan de grootste cowboy ooit, Johnny Cash. Het nu al klassieke ‘MacDougal Blues’ laat horen dat de grappige Kinney ook een geweldig entertainer is, die fijne anekdotes tussen -en tijdens zijn songs kan vertellen. De spanning is te snijden. Aan het einde van de set wordt Tim Easton het podium opgevraagd en zorgt hij voor een snerpende mondharmonicasolo in een vuile bluessong, ‘Chattahoochie Coochie Man’ genaamd. Het is nog niet afgelopen, of Kinney vraagt het publiek welke song hij als laatste moet spelen. De verzoekjes vliegen om zijn oren. Uiteindelijk kiest Kinney voor de slottrack van zijn nieuwe cd, ‘I Wonder’.
Het podium van de grote zaal staat volgeladen met instrumenten voor de tweeënhalf uur durende show van Iron & Wine [foto rechts] en Calexico, terwijl op de achterwand abstracte, gruizige bewegende beelden van Mexicaans aandoende sferen worden geprojecteerd. Een groter contrast met de betrekkelijke eenvoud waarmee Iron & Wine-zanger Sam Beam zijn nummers speelt lijkt moeilijk voor te stellen, maar het maakt die liedjes des te intenser en ook meer autonoom. Beam begeleidt zichzelf met eenvoudig doch trefzeker gitaarspel en hij zingt zijn ingetogen folkliedjes met een zuivere en verfijnde klank. De achtergrondvocalen van zus Sara vervolmaken het geheel. Eigenlijk zijn de nummers die Iron & Wine hier met hulp van Calexico speelt niet meer dan een formaliteit; mooier kan het namelijk niet meer worden. Minder mooi is in dit geval nog altijd zeer goed, zo getuigt de folkrock dat het gezelschap ten gehore brengt.
Daarna is het de beurt aan de hoofdact van dit festival, maar niet voordat we zijn wakker geschud door de Mexicaanse tenor Salvador Duran. Als een Latijnse brulaap schreeuwt hij zijn Spaanstalige teksten in de microfoon, zichzelf daarbij met flamenco gitaarspel en voetenpercussie begeleidend. Een ietwat aangeschoten Latijns-Amerikaanse concertganger voor mij voelt zijn heimat en start een wonderbaarlijke paringsdans, waarbij hij rond een imaginaire totempaal lijken te bewegen- en tegelijkertijd vrouwenbillen petst. Een hilarische hoogtepunt.
Dan betreden de heren van Calexico [foto links] het podium voor een sterke, anderhalf uur durende show. Zanger Joey Burns is goed bij stem; croont in de mariachi-liedjes, is ingetogen in het singer-songwriter werk en gromt in de meer guitar-heavy nummers. Zoals de nieuwe cd Garden Ruin al enigszins deed verwachten, speelt Calexico een opvallend 'rockend' repertoire. Naast de gebruikelijk mariachi en tex/mex komen veel nummers voorbij waarin de elektrische gitaren goed gebruikt worden. Voor oude getrouwe Calexico fans misschien wat te veel (lees: te hard) van het goede, maar voor dit Roots of Heaven Festival een perfecte afsluiting. Want rustieke singer/songwritermuziek is mooi, maar scheurende gitaren zijn subliem.
http://www.kindamuzik.net/live/roots-of-heaven-festival/roots-of-heaven-vi/12900/
Meer Roots of Heaven Festival op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/roots-of-heaven-festival
Deel dit artikel: